Hulp in de Spaanse Pyreneeën
Mijn dierbaarste ontmoeting in de bergen was op een stille najaarsdag in de Spaanse Pyreneeën, waar ik mijn eerste tochtje liep, op schoentjes met slappe zolen, een reep chocola, een appel en een veredelde Michelin-kaart; wegwijzers en brievenbussen stonden er op, geen cabanes of hoogtelijnen.
In een weitje, ik was nog vol goede moed, liep ik een mannetje tegen het lijf. Wit haar, stoppelbaard, rood neusje en ernstige blauwe ogen. Net een kabouter maar dan in het groot. Hij legde een hand op mijn schouder, wees met een noestige vinger naar de top en brabbelde Spaans. Geschreven door Marinus.
Si, zei ik
Si, zei hij.
Hij priemde zijn vinger in mijn borst. Si.
Weer wees die vinger omhoog.
Si, lachte ik. Hahaha.
Ik liep door.
Hij riep me nog na, god weet wat.
Even later: weg waren de weitjes, de paden, ik zag een steenarend, legde een keitje bij een steenman. Zie mij!
Daarna was er mist. Ik liep door. Regen, kou. Als een verdwaald kleutertje schuilde ik onder een rots. Droog werd het niet. Uiteindelijk ben ik naar beneden gedoold, halflopend, halfglijdend. Ik dacht: Ik ‘ga dood. Ik vind de weg nooit terug.’
Tot ik voor een huisje stond. Daar stond dat mannetje in de deur naar de regen te kijken. Hij wenkte me, gooide hout in zijn houtkachel, schonk water en toen wijn uit een stenen karaf, bracht e koeken. Hij keek naar me, met zijn ernstig blauwe ogen, schudde zijn hoofd, niet misprijzend, meer als een vader naar zijn zoon. Zelden voelde ik me zo welkom, zo veilig.
Wat ik heb geleerd? Jaja, voorbereiding! Dat ook. Maar vooral dat je niet te snel moet oordelen over een onbezonnen geest op ongeschikte schoentjes. Wees blij dat hij weer beneden is. Ooit groeit er een echte bergwandelaar uit.
Dit verhaal is ingezonden door Marinus voor de Bergwijzer-wedstrijd met als thema: Een bijzondere ontmoeting in de bergen.