Mijn laatste Cuillin Munro's in de Schotse Hooglanden

Na tien dagen slecht weer schijnt vandaag voor het eerst volop de zon. Dat is overigens meestal zo als ik op een dag veel moet rijden. Deze weersverbetering had op geen geschikter moment kunnen komen. Ik sta vlak voor het grootste en gevaarlijkste klimavontuur van mijn leven: het bedwingen van The Black Cuillin of Skye. Het terrein is er zo complex en gevaarlijk dat elk voordeeltje meegenomen is. De omstandigheden zijn werkelijk ideaal.

- Ik ben goed voorbereid na jaren klimmen in de hal om mijn angsten enigszins te overwinnen.
- Ik ben momenteel uitermate fit na een jaar fitnessen en vier weken klimmen in de Alpen en Schotland.
- Het weer is perfect.
- De gids is nog een vraagteken, maar afgaande op onze correspondentie en telefoongesprekken zit dat wel goed.

‘s Avonds kom ik na mijn rit door de Glen Shiel terecht in een van de mooiste bed & breakfasts ooit: Norma Campbell te Carbost. Het is er immaculately clean en het uitzicht naar alle zijden is onvergetelijk: Loch Harport en The Cuillin. Op mijn slaapkamer zit ik nog een uur te kijken naar het noordelijkste deel van The Cuillin, dat door de ondergaande zon in een roodbruine gloed wordt gedompeld. Totdat de laatste zonnenstraal op Am Basteir verdwenen is.

Zondag 22/08/'99
Om kwart voor negen ontmoet ik mijn gids buiten bij het Youth Hostel nabij Glenbrittle. Mark Tennent is qualified op meerdere gebieden. Het klikt meteen. Naast al zijn kwaliteiten blijkt hij ook nog een bijzonder innemende persoonlijkheid te zijn. Met hem zal ik een van de meest onvergetelijke perioden in mijn leven doorbrengen.

Binnen tien minuten zijn we op pad, volledig uitgerust in de dubbele betekenis van het woord. Op pad naar de Sgurr Dearg en de In Pin.
A dream has come true. I'm on top of the world - letterlijk en figuurlijk. Bedwongen is de gevaarlijkste en meest gewilde Munro: het neusje van de zalm voor iedere Munroïst. Het uitzicht over de gehele richel, de omringende zee en de eilanden is grandioos. En we zijn nog steeds alleen. Deze eerste dag beklimmen we: Sgurr Dearg - The Inaccessible Pinnacle 986 m.; Sgurr na Banachdich - North Peak 965 m.; Sgurr na Banachdich - Sgurr Thormaid 927 m.; Sgurr a Ghreadaidh 973 m.; Sgurr aMhadaidh - South-West Peak 918 m.

Maandag 23/08/'99
Na weer een pittig abseil-avontuur via weer een bijna loodrechte West Ridge, nemen we de andere twee Munro's in de buurt even mee. Voor mij wordt dat voor beide de tweede beklimming.. Op deze wederom schitterende dag beklimmen we Sgurr nan Gillean 965 m.; Am Basteir 935 m.; Bruach na Frithe 958 m.

De terugweg via Coire a Bhasteir is prachtig. Je voelt je zo nietig als je beneden langs de vervaarlijke Pinnacle Ridge doorloopt. Halverwege het mooie pad langs de Allt Dearg Beag nemen we een duik in een van de vele, ijskoude poeltjes.

Dinsdag 24/08/'99
De Cuillin Munro's zijn extreem gevaarlijk. Volgens Murray en Norma van mijn vorige bed & breakfast adres te Carbost is het er gemiddeld wel een keer per week raak. Dat wil zeggen gebroken ledematen of een dodelijke val. De tocht om Sron na Ciche door Coire a Ghrunnda is wederom van grote schoonheid. We beklimmen de twee zuidelijkste Munro=s in zo=n rap tempo dat we al om half een met een luxe-probleem zitten. Hier rustig terugkeren of Sgurr Alasdair meepikken en dan via de Great Stone Chute terug. De vierde dag kunnen we dan de laatste Munro via de redelijk 'gemakkelijke' Pinnacle Bealach doen en zijn we vroeg thuis.

Vanaf Sgurr Dubh Mor is het uitzicht op Sgurr Alasdair en de TD-gap zeer indrukwekkend en angstaanjagend. Moeten we daar overheen? Mijn paar haren rijzen echter te berge. Loodrecht naar beneden gaat het op dit gedeelte van de flank. Geen nood. Mark weet wat hij doet. Hij is hier al zo vaak geweest. Ik moet abseilen naar een klein richeltje. Wachten om de hoek i.v.m. steenslag. Mijn vingertoppen zorgen voor balans aan de messcherpe gabbro-rots (tien dagen na thuiskomst in Heitse zijn ze allemaal gaan vervellen). Touw omhoog. Mark volgt. Daarna nog eens hetzelfde recept. Niet veel later staan we op de niet ongevaarlijke bealach, hoog boven de in de diepte verdwijnende Great Stone Chute. Wat nu?

Rondom zitten diverse klimmers, die af toe onvermijdelijk loszittende stukken rots naar beneden laten donderen. Het idee om hier af te dalen en die losgetrapte projectielen op je donder te krijgen en/of beide benen te breken is niet erg aanlokkelijk. Dat laatste kan trouwens op elke plek hier of elders. Het enige alternatief: vandaag ook nog de laatste Munro veroveren. Sgurr Mhic Choinnich vanuit het zuiden is echter zeer moeilijk, omdat je dan via de beruchte Collie's Ledge moet. Dit is een zeer smalle richel zo'n vijftig meter onder de top; beneden je een bijna loodrecht gapende afgrond.

Een half uur later zitten we bij de cairn en lezen we de ingemetselde plakette:
IN LOVING MEMORY OF LEWIS MACDONALD
TO ONE WHOSE HANDS THESE ROCKS HAS GRASPED
THE JOYS OF CLIMBING UNSURPASSED
27TH JULY 1958

Stil ben ik ervan. Even krijg ik een kleine emotionele ontlading. Tranen in mijn ogen. Brok in de keel. Onwezenlijk, hier te zijn aan het einde van de tocht waar ik zoveel jaren naar heb uitgekeken. Ik kan niet geloven dat het bijna achter de rug is. Voldaan, dat zeker. Maar tegenstrijdig genoeg ook een heel klein beetje teleurgesteld. Het eindpunt trachten te bereiken is een doel. Maar nu merk tevens dat de weg erheen ook een doel op zich is. Het klimmen zelf geeft zoveel genot en vrijheid; dat is met geen pen te beschrijven. THE JOYS OF CLIMBING UNSURPASSED.

Meer inspiratie

Landen en gebieden: 

Bergsport: 

Lees hier een stukje berg geschiedenis

Lees hier alle informatie over de vijf hoogste watervallen van de alpenlanden 

Ben jij benieuwd hoe je makkelijk de winter doorkomt?