Wandelen op het Griekse vulkaaneiland Nisyros
De stank die zich aan me opdrong toen de gammele bus piepend tot stilstand kwam en zijn deuren opende was verschrikkelijk. Even voelde ik de drang om meteen weer in te stappen. Ik vermande me. Verblindend wit stof schitterde in het staalharde zonlicht. Een verzengende hitte, door omliggende bergtoppen krampachtig vastgehouden, viel ongenadig over me heen als een verstikkende deken. Daar stond ik dan: in de kaldera van het Griekse vulkaaneiland Nisyros. Geschreven door Martine Knijf.
Maandenlang had ik me al op deze reis voorbereid. Internetsites waren gescand, boeken doorgespit en op kaarten had ik routes in rode en blauwe lijnen uitgezet. Rood als ik een uitdaging lopend wilde aangaan, blauw voor de wat bedeesdere bus- en jeepreisjes.
Toen het eenmaal zover was om mijn koffers te pakken, voelde het alsof ik terug ging naar een oude bekende plek waar ik al talloze malen had rondgezworven. Niets was minder waar. Op het beeld van deze overweldigende eerste indruk had geen boek of computer me voorbereid.
Langzaam liep ik naar de rand van de Stefanos-krater en keek omlaag. Sissende geluiden die uit de stoomgaten opstegen verstoorden de ijle, hete stilte. Een paar rusteloze zielen liepen als kleine zwarte mieren tegen een gele zwavelachtergrond ver in de diepte over de bodem van de immense put. Zou er een plaats op aarde bestaan waar je je nietiger kon voelen dan hier?
Hij kwam naast me staan en blikte net als ik in de diepte: een Griek met grijze baard en wijze oudblauwe ogen in een verweerd gelaat. “Kom,” zei hij en wees naar de stoffige stoeltjes die een eind achter ons onder een rieten afdak stonden. De zon bombardeerde haar stralen op Nisyros. We zegen neer achter een glas ouzo. Geen computer of boek haalde het bij de verhalen die hij me die middag vertelde..
Dit verhaal is ingezonden door Martine Knijf voor de Bergwijzer-wedstrijd met als thema: Een bijzondere ontmoeting in de bergen.