10 tips voor elke bergwandelaar

Ga je voor het eerst de bergen in? Plan je een huttentocht? Of ben jij er zo een die ‘op de automaat’ de deur van het chalet achter zich dichtslaat en er zomaar opuit trekt ? Dit zijn de 10 handigste bergwandeltips van redacteur Peter Strookman.

1 Neem een kaart mee

Neem altijd een kaart mee, ook al heb je een wandel-app op je smartphone of een gps in je broekzak. Die dingen kunnen stuk gaan, of de accu is plotseling leeg. Ik bezuinigde zelf wel eens op het kopen van een aanvullende kaart omdat de route vanaf de eerste kaart niet zo ver meer was. Doe dat niet! Niets zo onnodig als niet weten waar je loopt en hoe ver je nog moet.

2 Fluitje

Neem zoiets simpels als een fluitje mee onderweg. Kom je ergens vast te zitten of raak je verdwaald in de mist, dan kun je nog altijd met lawaai andere wandelaars waarschuwen. De kans dat je gevonden wordt is dan net iets groter.

3 Niet te veel gewicht meenemen

Neem voldoende kleding en proviand mee in je rugzak, maar ook weer niet te veel. Hiermee zorg je ook dat je verstandig met gewicht omgaat en je spieren niet te zwaar belast worden. Laat dus die spijkerbroek thuis en neem een lichtere, sneldrogende broek de bergen in. Maar bezuinig nooit op water en snacks.

4 Houd het weer in de gaten

Laat je vooraf goed informeren over het weer! En vertrek altijd vroeg en eindig vroeg. Vooral hoogzomer is de kans op onweer  ’s middags aanwezig. Ik heb genoeg verhalen gehoord van mensen die pas rond een uurtje of 11 de bergen in gaan en dan later verrast zijn dat ze in een onweer terecht komen.

5 Investeer in kleding en schoenen

Soms zie je laaglanders met een flesje water in de hand en een trui om de middel op een bergpad. Fout! Maak je een langere tocht, ga dan altijd met minimaal drie lagen kleding op pad, dus ook een waterdichte buitenlaag. Altijd. Het weer kan zomaar omslaan. En zorg voor goede, stevige bergschoenen.

6 Rustig beginnen

Ga bij het begin van je tocht niet te snel van start. Je spieren moeten wennen aan het winnen van hoogte. Ik kreeg ooit een waarschuwing van een gids dat ik veel te snel de berg op liep. Je spieren worden dan extra belast, zei hij. Als je naar het einde toe nog energie over hebt, kun je altijd nog versnellen. Beter dan andersom.

7 Bel de huttenwaard

Wil je naar een hut toe, bel de huttenwaard. Niet alleen is het prettig om te weten of de hut nog ruimte heeft, hij of zij kan je ook vertellen over de toestand van de route naar de hut en over de verwachte weersomstandigheden. Ander voordeel: je vakantieplezier begint thuis al.

8 Plan de route

Het mag als een open deur klinken. Bergen zijn anders dan de Veluwe. Tochten in de bergen zijn extra zwaar door de hoogtemeters die je moet overwinnen. Ga je voor het eerst een bergwandeling maken, plan dan afhankelijk van je conditie eerst een tocht van maximaal 3-4 uur. Pauzeer regelmatig. Gaat dat goed, dan kun je de dag erop een langere etappe lopen.

9 Paraplu

Het klinkt ontzettend stads, maar als een hoosbui je treft, kun je met een paraplu wel weer even vooruit. Ik zag ooit een gids met een paraplu lopen en dat bleek erg slim van ’m, vooral omdat de buien kort en hevig waren. Hij liep fluitend de berg op.

10 Blijf alert Verandert er iets qua weer?

Loopt de route anders dan je verwacht had? Blijf alert op veranderende of onverwachte omstandigheden. Check de route een extra keer via je kaart of gps. En vertrouw je het weer niet, keer om. De bergen zijn niet zo vergevingsgezind.