Wildkamperen tegenover de Badile - eind oktober. Foto Robert Eckhardt

De eerste bergbeklimming van Noes Lautier

Wildkamperen tegenover de Badile, eind oktober. Foto Robert EckhardtNoes Lautier woont samen met haar (klim)partner Robert Eckhardt in Voorschoten. Robert is een klimmer pur sang, maar hij kan hij ook heel erg van een mooie (berg)wandeling genieten. Noes klimt en wandelt graag. Jaren geleden is ze gegrepen door de bergen en heeft van haar passie haar beroep kunnen maken. Inmiddels heeft ze al drie berggidsen geschreven.

Wat herinner je je nog van je eerste bergwandeling?

Mijn eerste bergwandelvakantie staat me nog helder voor de geest. Ik ben met een reisorganisatie naar het Oostenrijkse Zillertal gegaan. Heel klassiek. De trektochtleider hamerde er steeds op dat we niet te snel moesten lopen, maar ik was eigenwijs en stormde de berg op met een paar anderen uit de groep. Na twee dagen kon ik 's morgens mijn benen niet meer strekken van de spierpijn in mijn kuiten. Later bleek dat ik in allebei de bovenbenen een spier had gescheurd. Gelukkig masseerde een van de deelnemers mijn benen elke dag, wat tot grote hilariteit leidde. We hebben sowieso erg veel gelachen. Ik vond de bergen supergaaf, zelfs de puinvelden. Ik was meteen verkocht, voor de komende tien jaar stond mijn reisdoel wel vast; ik was al een hele tijd uitgekeken op zon, zee en strand. Toen wist ik alleen nog niet dat de bergen niet alleen liefde op het eerste gezicht waren, maar ook onvoorwaardelijke liefde tot de dood (of een rollator) ons scheidt.

Wat is je meest indrukwekkende beklimming geweest?

Standplaats halverwege de beklimming van de Piz Badile. Foto Robert EckhardtDe Piz Badile noordkante op 9 september 1999. De Badile (3308 m) ligt in Bergell, op de grens van Zwitserland en Italië en is een van de beroemdste en mooiste bergen van de Alpen waar klimmers van over de hele wereld naartoe komen. De noordkante is 'slechts' 4e-graads, met een passage 5e-graads, maar je moet hem vooral niet onderschatten. Regelmatig spelen zich daar drama's af. De route is namelijk zo'n 30 touwlengtes en dat is heel lang. Als je te langzaam klimt, haal je de top niet voor het donker en dan moet je op de graat bivakkeren. De afdaling is ook nogal gecompliceerd, lang en niet makkelijk te vinden. Mijn partner Robert Eckhardt heeft alles voorgeklommen. Op de afdaling is één abseilpunt heel ongelukkig aangebracht waardoor velen – getuige de klimsporen – aan de verkeerde kant abseilen en dan tot de conclusie komen dat ze verkeerd zitten. Dat overkwam ons ook en dat heeft vrij veel tijd gekost. Ik heb intens genoten van deze magnifieke route in prachtig graniet. Het einde van de afdaling was een puur geluksmoment. Toen het allerlaatste licht op de bergen doofde, stonden we onderaan de wand. In de verte zagen we de lichtjes van Rifugio Gianetti, boven ons flonkerden de sterren. Het was onze laatste beklimming van dat jaar.

Met wie ga je meestal de bergen in?

Verreweg het vaakst met mijn partner, maar ook met vrienden en vriendinnen. Ik vind het ook heerlijk om alleen te wandelen. Dan houd ik het qua moeilijkheidsgraad wel beperkt, want ik houd niet van onnodige risico's.

Wat vind je het leukste aan bergbeklimmen?

De Piz Badile, eind oktober, dik ondergesneeuwd. Foto Robert EckhardtIk ben gefascineerd door de natuur, de wisselingen van de seizoenen, het feit dat dingen telkens anders zijn. Je kunt niet zeggen: ik ga op 15 mei naar het Lac de l'Étoile, want dan bloeien daar de gentianen. In de natuur zijn geen garanties. Het kan in juni op 2000 meter hoogte 20 graden zijn en in juli kan de sneeuw horizontaal voorbij komen. Wat klimmen voor mij de mooiste van alle sporten maakt is dat je vaardigheden moet bezitten en talent moet hebben. Bovendien moet je trainen, de techniek bijhouden. Iedereen kan de Mont Ventoux opfietsen, mits hij/zij een fiets koopt met een heel klein verzet en over doorzettingsvermogen beschikt. Maar voor de Badile noordkante moet je goed, snel en veilig kunnen klimmen (je hebt namelijk geen tijdsmarge) en daar komt heel wat bij kijken.

Wat vind je het moeilijkste aan het klimmen?

Het moeilijkste vind ik niet zozeer de technische moeilijkheden, als wel het inschatten van de omstandigheden op de berg, het pad ernaartoe en de afdaling. Het weer is ook cruciaal. Het is heel erg moeilijk om het weerbericht goed te interpreteren. Daar is mijn partner een kei in, ik niet. Maar de omstandigheden plus de weersvoorspelling bepalen wel of je een bepaalde beklimming veilig kunt doen of niet. Veel mensen gaan hiermee de mist in. Die vertrekken zonder stijgijzers naar een route en moeten dan bij een steil sneeuwveld omkeren. Of ze hebben zich vergist in het weer en komen midden in een wand in onweer terecht. Levensgevaarlijk.

Wat is je grootste bergprestatie tot nu toe?

De Huayna Potosí (6088 m) in de Cordillera Real in Bolivia. Die heb ik in 1986 beklommen met een vriendin en haar broer. Niet dat die berg zo moeilijk is, maar ik kan niet goed tegen de hoogte. Ik had veel moeite met het klimmen. Hoogteziekte maakt je extreem moe. We hadden veel tijd aan de acclimatisatie besteed, maar voor mij bleek dat nog steeds onvoldoende. Op de afdaling moesten we zo'n 30 meter stijgen naar een stuwdam. Als er iemand in de buurt was geweest die me die 30 meter omhoog had kunnen dragen, had ik daar zó 100 euro voor over gehad. Ik ben zelden zo kapot geweest. Maar toen we weer in La Paz waren, was de hoogte-ellende over en liep ik weer als een kievit.

Hoe motiveer je jezelf om op moeilijke momenten toch door te gaan?

Halverwege de Piz Badile noordkante. Foto Robert EckhardtTen eerste zeg ik tegen mezelf dat het voor geen meter opschiet als ik stop. Dan duurt het alleen maar extra lang voordat ik uit kan rusten met lekker eten voor mijn neus. Het feit dat blijven zitten waar ik zit niets oplost, is meestal genoeg motivatie. En zo niet, dan plunder ik eerst de voorraad eten in mijn rugzak en spreek mezelf daarna nog even toe. Dat heeft altijd gewerkt en ik heb vele moeilijke momenten meegemaakt.

Waardoor is je liefde voor bergen en klimmen ontstaan?

Vroeger reed ik paard en daar ontmoette ik mensen die vertelden dat ze in de bergen wandelden en dat ze dan een hele dag bergop wandelden. Dat leek me onvoorstelbaar, maar het plantte wel een zaadje van nieuwsgierigheid. Toen ben ik boeken over de bergen gaan lezen. Later hoorde ik over de alpenvereniging en toen is het gaan rollen. Maar misschien is mijn bergenliefde ook wel ontstaan door de tv, toen ik samen met mijn vader naar documentaires van Reinhold Messner keek.

Wie is je voorbeeld (en waarom?)

Reinhold Messner was aanvankelijk mijn voorbeeld, want zijn boeken waren de eerste bergenboeken die ik las. Toen ik andere boeken ging lezen drong het tot me door dat Messner helemaal niet zo goed schrijft en dat hij wel erg met zichzelf is ingenomen. Messner is echt baanbrekend geweest in het klimmen, maar Christophe Profit en Cathérine Destivelle passen meer bij mij. Als ik in het begin van Cathérine's bestaan had afgeweten, zou zij ongetwijfeld mijn grote heldin geweest zijn.

Welke berg zou je ooit nog eens willen beklimmen?

De Salbitschijen in de Urner Alpen in Zwitserland.

Welke andere bergsport lijkt je uitdagend om een keer te doen?

Geen enkele. Wat mij aantrekt in de bergen heb ik al gedaan of doe ik nog steeds. Ik mis geen nieuwe uitdagingen. Ik hoef ook niet zo nodig alles uit te proberen.

Heb je nog een bijzondere of onbekende wandeltip?

Ga eens naar het kanton Appenzell in Noordoost-Zwitserland. Daar ligt Alpstein, een prachtig gebergte waar je meestal begin juni al terecht kunt. Maar let op: Alpstein ligt weliswaar niet zo hoog, maar dat wil niet zeggen dat alle paden makkelijk zijn. Je hebt daar hele makkelijke paden, maar ook hele enge. Kwestie van goed op de kaart kijken en een gidsje raadplegen. Trouwens, je kunt er ook fantastisch klimmen. Ook ten oosten van het Lago di Lecco, een zijarm van het Lago di Como, kun je al vroeg in het jaar fantastisch wandelen en klimmen, in de Bergamasker Alpen. Wij hebben daar in mei gewandeld en een keer in november geklommen in de brandende zon.

Heb je weleens vreemde dingen meegemaakt in de bergen?

Het gekste dat ik heb meegemaakt waren drie mannen in T-shirt en korte broek, vergezeld van twee jongetjes van zo'n zeven jaar, die aan het eind van de dag bezweet bij een onbemand hutje in Ticino aankwamen. Ze hadden helemaal niets bij zich, op een gigantische mandfles na. Geen idee wat daar in zat; die mannen maakten geen dronken indruk. Ik was trektochtleider bij de NKBV en zat met een groep in de hut. Die kerels maakten gebruik van de noodtelefoon om hun vrouwen te bellen. In onze groep brak de paniek uit (omdat ze het een vreemde situatie vonden), terwijl er eigenlijk niets aan de hand was. Wij sliepen namelijk in het ene gebouwtje en die mannen in het andere. Ik dacht dat ik iedereen wel gesust had, maar de volgende dag bleek dat niet het geval, want een van de deelnemers, een voormalig militair, had zijn geld en zijn paspoort onder zijn matras verstopt omdat hij bang was. Toen we al lang en breed in het dal waren, kwam hij erachter dat zijn spullen nog onder het matras lagen. Hij is teruggegaan en heeft later bij de NKBV een klacht tegen mij ingediend omdat ik niet was meegegaan. Hij was namelijk onderweg in een zware onweersbui terechtgekomen en nog banger geworden.

Noes over zichzelf:

Graniet is ruw. Na 30 touwlengtes zaten mijn vingers vol kloofjes en wondjes.Ik ben indertijd zo gegrepen door de bergen, dat ik er mijn beroep van heb gemaakt. Ik ben 19 jaar eindredacteur van het tijdschrift Op Pad geweest. Een gouden tijd, waar een eind aan kwam toen de ANWB in 2007 ging reorganiseren en bijna alle eindredacteuren ontsloeg. Toen ben ik voor mezelf begonnen. Naast heel veel ander werk heb ik tussen 2007 en 2012 drie bergwandelgidsen geschreven, de laatste samen met mijn partner Robert. De eerste twee gaan over het Mont Blancgebied, de derde over de oostelijke Écrins, de Cerces en de Queyras. De titels van mijn gidsen zijn: Tour du Mont Blanc (de beroemde trektocht); Met uitzicht op de Mont Blanc; en Met uitzicht op de Écrins. In die gidsen kon ik al mijn bergen- en eindredactie-ervaring kwijt. Op www.noeslautier.nl vind je alle details over de drie gidsen. Je kunt zelfs een paar wandelingen gratis downloaden.

Meer inspiratie

Lees hier wat steenmannetjes zijn en waar ze vandaan komen

Lees hier een stukje berg geschiedenis

Bike explorer

BIKE Explorer, het nieuwe magazine voor de avontuurlijke fietser.