Hoe werkt een sneeuwkanon?
De winter van 2023-2024 is wéér een winter die de boeken in gaat als een winter met weinig sneeuw in de skigebieden. Op veel plekken ligt er weer te weinig sneeuw om echt goed te kunnen skiën. Tegelijkertijd staan de skigebieden in de Alpen vol sneeuwkanonnen. Zijn die geen oplossing dan?
Het antwoord op die vraag is een volmondig ‘nee’. Waarom? Daarvoor moeten we eerst even kijken naar wat een sneeuwkanon doet en hoe sneeuw ontstaat.
Hoe ontstaat sneeuw?
Heel kort samengevat ontstaat sneeuw als minuscule druppeltjes water, zeg maar gewoon waterdamp, bevriezen en daarna samenklonteren. De minuscule druppeltjes vormen een ijskristal en als dat ijskristal samenklontert met een paar andere ijskristallen, ontstaat er een sneeuwvlokje. Voorwaarde is natuurlijk wel dat het koud genoeg is om die minuscule waterdruppeltjes te laten bevriezen en dat al die kleine ijskristalletjes genoeg kunnen samenklonteren om een echt vlokje te vormen.
Een sneeuwkanon maakt, kort door de bocht genomen, handig gebruik van dat proces. In het sneeuwkanon wordt koud water onder hoge druk verneveld, zodat dezelfde minuscule druppeltjes ontstaan die normaliter hoog in de atmosfeer ontstaan. Die waternevel wordt meestal ook nog eens flink hoog de lucht in geblazen, door de hoge druk waarmee de nevel verspreid wordt, maar vaak ook nog door een grote ventilator die in het sneeuwkanon zit. Vervolgens gebeurt hetzelfde als normaal in de atmosfeer: de druppeltjes waterdamp bevriezen tot ijskristallen, die klonteren samen tot sneeuwvlokjes en zo ontstaat een pakje sneeuw.
Wat doet een sneeuwkanon?
Een sneeuwkanon schiet, zo bekeken, dus niet een flinke lading sneeuwblokken af, zoals de naam misschien wel lijkt te suggereren. Eerder kun je zeggen dat een sneeuwkanon de natuur een handje helpt om de omstandigheden te creëren waaronder sneeuw kan ontstaan. Natuurlijk zijn de processen niet helemaal hetzelfde. Wie dieper de natuurkunde in duikt, komt meer dan genoeg verschillen tegen. Echte kenners voelen dan ook het verschil tussen echte sneeuw, en kunstsneeuw.
Eén ding kan een sneeuwkanon niet: de lucht genoeg afkoelen. Om alle sneeuw te laten ontstaan, moet de luchttemperatuur laag genoeg zijn. Sneeuwkanonnen koelen namelijk alleen het water dat door het kanon verneveld wordt. Maar de lucht afkoelen, dat gaat niet. En dat is natuurlijk wel nodig om de sneeuw écht te laten ontstaan. Sommige typen sneeuwkanon produceren al wel sneeuw bij temperaturen van vier graden boven nul, maar in de meeste gevallen moet de temperatuur toch echt rond het vriespunt liggen.
Dat warme weer veroorzaakt trouwens nog een ander probleem, zelfs al zouden de sneeuwkanonnen voldoende sneeuw kunnen produceren: de sneeuw blijft bij temperaturen boven nul natuurlijk niet lang liggen.
Kunnen sneeuwkanonnen de wintersport redden?
Daar ligt dan ook het antwoord op de vraag “kan een sneeuwkanon de wintersport redden?” Dat is nee. Sterker nog: sneeuwkanonnen worden vaak gezien als een van de oorzaken van het probleem. Om zo veel sneeuw te creëren zijn er niet alleen veel lage temperaturen nodig, maar ook veel energie en water. Dat enorme water- en energieverbruik dragen juist bij aan de problemen. Als alle benodigde energie niet duurzaam wordt opgewekt, maar met fossiele brandstoffen, levert dat natuurlijk extra uitstoot op. Al het water dat nodig is, wordt vaak uit de omgeving gehaald. Er wordt dus veel water aan het land onttrokken. Daardoor kan de waterhuishouding in een gebied flink uit balans raken. Zo erg zelfs dat dat lokaal invloed kan hebben op de neerslagcijfers. Er zijn dus best veel mensen die stellen dat meer sneeuwkanonnen zorgen voor minder sneeuw.