Yoga in de bergen

Bij bergwandelen denk je misschien niet meteen aan yoga. Toch zijn yoga en de bergen goed met elkaar te combineren. Het rekken, strekken, spannen en ontspannen van je spieren zijn een goede manier om je spieren soepel te houden. Zo voorkom je stijve been-, rug-, en schouderspieren na een lange bergwandeltocht en kun je de volgende dag weer fris op pad. Zowel voor, tijdens als na je bergwandeling kun je yoga-oefeningen doen. De rust, ruimte en hoogte van het berglandschap geven zelfs een extra dimensie aan je yoga-oefening. Vind je het moeilijk om in je eentje een mooie plek voor een yoga-oefening te vinden? Boek dan een begeleide YogaTrekking en ga onder begeleiding van ervaren bergwandelaars en yoga-docenten op pad.

De zonnegroet

Tijdens de zonnegroet verleng je de spieren die je tijdens je wandeling gebruikt. Door die verlenging van je spieren krijgt je lichaam letterlijk en figuurlijk meer ruimte voor alle energie. Voor een volledige sessie van de zonnegroet doe je de volgende serie oefeningen twee keer.

1. Sta in de richting van de opkomende zon met beide voeten tegen elkaar. Breng je handpalmen samen bij het hart.
2. Adem in, strek je armen naar boven. Houd je buikspieren sterk, buig langzaam (een klein stukje) naar achteren, terwijl je je armen boven het hoofd gestrekt houdt.
3. Adem uit, buig naar voren, terwijl je buik in de richting van de bovenbenen wordt gebracht, handen gaan richting de grond.
4. Adem in, breng de rechtervoet zo ver mogelijk naar achter. Houd de handen op de grond, zorg dat de linkervoet tussen de handen blijft staan. Houd het hoofd omhoog.
5. Adem uit, breng je je linkervoet naar achter, naast je rechtervoet. Houd je armen recht, je heupen omhoog en breng je hoofd in lijn met je armen.
6. Houd je adem vast en breng je lichaam naar de vloer, totdat je voeten, knieën, borst, handen en voorhoofd de grond raken.
7. Adem in en duw je borst van de grond, buig naar achteren, terwijl je ellebogen je lichaam raken, je heupen op de grond blijven en je schouders laag worden gehouden.
8. Adem uit, hef je je heupen van de grond, breng het hoofd in lijn met de armen en houd de armen recht.
9. Adem in, buig het linker been, terwijl je met dit been een flinke stap naar voren neemt. Terwijl de handen stevig op de grond blijven staan, plaats je je linkervoet tussen de handen. Houd je hoofd omhoog.
10. Adem uit, houd de handen op de plaats en breng de rechtervoet naast de linkervoet tussen de handen. Buig vanuit de heupen en tracht de buik in de richting van de bovenbenen te brengen. Houd beide knieën gestrekt.
11. Adem in, strek je armen naar boven. Buig langzaam, terwijl je je buikspieren aanspant, een stukje naar achteren. Strek je armen boven je hoofd.
12. Sta in de richting van de opkomende zon met beide voeten tegen elkaar. Breng de handpalmen samen bij je hart.