Alles wat je moet weten over teken
Wandelen in de natuur is de perfecte manier om te ontspannen en het hoofd leeg te maken, vooral nu we door COVID-19 veel binnen zitten. Maar niet alleen wij zijn veel buiten te vinden, ook het tekenseizoen is nog in volle gang. In de tuin, in het bos, in de bergen; overal vind je deze spinachtige beestjes. Maar waar zitten teken precies? Waarom moet je hier goed op letten? En hoe voorkom je een tekenbeet? Wij geven een aantal tips.
Van onderen!
Teken vind je vooral in struiken, het gras en in het bos. Ze vallen zoals veel mensen denken niet uit de bomen, maar hechten zich vanuit grassprieten en struikgewas aan voorbijgangers. Teken zijn het meest actief in de maanden maart tot en met oktober, maar het hele jaar door moet je goed opletten als je de natuur in gaat.
Waarom moet je oppassen?
De meeste teken zijn ongevaarlijk, maar sommige teken zijn geïnfecteerd met een virus of bacterie. Lyme is een bekende ziekte, maar ook het tekenencefalitisvirus, ook wel ‘tick-borne encephalitis’ virus (TBE) genoemd, komt steeds vaker voor. Je vindt met TBE-besmette teken in natuurgebieden in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Slowakije, Tsjechië, Kroatië, Hongarije, Polen, Slovenië, de Baltische Staten en sommige gebieden van Scandinavië. Sinds 2016 zijn een aantal patiënten gemeld die tekenencefalitis hebben opgelopen in Nederland. De meest waarschijnlijke plaatsen van besmetting zijn: de Sallandse Heuvelrug, de Utrechtse Heuvelrug, Twente en de Achterhoek. Het risico op TBE na een tekenbeet is vele malen kleiner dan de kans op de ziekte van Lyme, maar de gevolgen kunnen ernstig zijn. TBE is een ziekte wat mogelijk de hersenen en het ruggenmerg aantast. In tegenstelling tot voor Lyme, is er voor TBE nog geen geneesmiddel beschikbaar. Wel is er een vaccin dat voor 95% bescherming geeft. Laat je informeren of vaccinatie voor jou zinvol is.
Voorkomen is beter dan genezen
Het voorkomen van tekenbeten is natuurlijk beter dan genezen, en gelukkig zijn hier genoeg manieren voor! Trek als je gaat wandelen een lange broek aan en stop de pijpen in je sokken. Zo kunnen teken niet via de benen omhoog kruipen. Ook kleding met lange mouwen is aan te raden. Net als lichtgekleurde kleding. Hierop zie je de beestjes beter zitten en met een beetje geluk zie je ze dan al voordat ze zich vastbijten. En last but not least: spray met DEET. Ook verminder je het risico door op de paden te blijven en tijdens het pauzeren op een steen of zitlap te zitten.
Check, check, dubbelcheck
Het allerbelangrijkst? Check jezelf altijd op teken na een dag in de buitenlucht. Teken houden vooral van warme verstopplekken, zoals de liezen, knieholtes, oksels, de bilspleet, achter de oren, rondom de haargrens of in de nek. Kijk deze plekken dus altijd extra goed na.
Vind je een teek? Geen paniek! Verwijder hem met een tekentang of een fijn puntig pincet. Draai de teek nooit eruit, maar trek hem met een vaste hand in een rechte lijn eruit. Desinfecteer de plaats van de beet pas ná het verwijderen van de teek. Gebruik hiervoor jodiumtinctuur of 70% alcohol. Gebruik geen brandende sigaret, lucifer, alcohol of vaseline om de teek te verwijderen.
Let na een tekenbeet goed op griepachtige verschijnselen zoals koorts, vermoeidheid, spierpijn en misselijkheid en ga direct naar de huisarts bij klachten. Meer weten over teken en TBE? Ga naar www.meerwetenoverTBE.nl
Dit artikel is geschreven in samenwerking met Pfizer.
PP-FSM-NLD-0246
