Noorse industrie en natuur worden werelderfgoed
De UNESCO heeft de regio rondom de Noorse plaatsen Notodden en Rjukan benoemd tot werelderfgoed.De UNESCO roemt het gebied om de rol die het gebied in de Noorse geschiedenis speelde en de bijzondere mix tussen industriële architectuur uit het begin van de twintigste eeuw en ongerepte natuur. De regio is het achtste UNESCO werelderfgoed in Noorwegen.
Industrieel erfgoed van Rjukan
Het gebied, met veel diepe rivierdalen en bergen was ideaal voor het opwekken van waterkracht. In het begin van de twintigste eeuw ontstond hier een uitgebreid netwerk van waterkrachtcentrales, fabrieken en arbeidersdorpjes. Er werd volop geëxperimenteerd met de mogelijkheden van water- en waterkracht. Noorse wetenschappers ontdekten hier hoe water gebruikt kan worden voor de productie van kunstmest. Dat werd een van de belangrijkste uitvindingen van de eeuw en zorgde ervoor dat de Noorse industriële revolutie op echt op stoom kwam.
Toegangspoort tot de Hardangervidda.
Vandaag de dag is het gebied niet alleen meer het domein van innovatieve industriëlen. Het gebied rond Rjukan is ’s zomers een prima uitvalsbasis voor een wandelvakantie in Noorwegen. Van juni tot september zijn de wandelroutes open. Er lopen routes naar de top van de berg Gaustatoppen, waar je met helder weer uitzicht hebt op een zesde deel van Noorwegen. Voor wie verder weg wil is de stad ook de zuidelijke toegang tot de Hardangervida. Als de koude Scandinavische winters een wandelvakantie onmogelijk maken, verandert Rjukan in een paradijs voor skiërs, langlaufers en ijsklimmers.
In de voetsporen van het Noorse verzet
De fabrieken zelf zijn ook een publiekstrekker. In de Tweede Wereldoorlog waren de waterkrachtcentrales rondom Rjukan het toneel van een aantal spectaculaire acties, waarbij Noorse verzetslieden het Duitse kernwapenprogramma probeerden te saboteren. Nu zijn de geheime routes van de verzetslieden gemarkeerd voor wandelaars. De route voert langs de plaatsen waar het Noorse verzet in actie kwam en eindigt in een museum.
bron: unesco.org