Wandeling door de Brenta Dolomieten
We beginnen onze eerste wandeldag voorzichtig en smokkelen de eerste hoogtemeters dan ook met het aanwezige liftje in Molveno. Deze lift wint het toch echt wel van alle moderne variaties waarmee we de afgelopen jaren ‘gereisd’ hebben. Een staliftje in de vorm van de oude Romeinse strijdkarretjes. Ook vertraagd deze lift niet en wordt er dus vriendelijk verzocht om mee te werken. Dat wil zeggen, eventjes meelopen en erin springen…deurtje gaat dicht, op slot en…je bent al aan het genieten van het mooie uitzicht.
Auteur: Maurice, Hotel Lory
Allereerst over ons vakantiedorpje Molveno, wat er nu nog lieflijker en mooier uitziet. Het uitzicht met het dorpje en het meer in alle vrede en rust om 9.00 in de ochtend is al vastgelegd op onze eigen harde schijf. Maar om dit thuis over te brengen hebben we toch echt foto’s nodig…dus de camera komt nu al tevoorschijn. Het uitstappen gaat al even snel en ineens staan we op ‘Pradel’. Dit is het kleine plateautje boven Molveno, waar menig toerist zeker komt voor de uitzichten, een kopje koffie en wellicht een simpele wandeling naar beneden. De cappuccino lonkt natuurlijk, maar wij besluiten om niet de tweede (stoeltjes) lift te pakken, maar om koers te zetten naar onze eerste stop: Rif. Croz dell’Altissimo. Nummer 340 it will be !
Het blijkt een heerlijk begin van de wandeling, nog niet teveel stijgen en perfect om er eventjes weer in te komen. Met mooie uitzichten over de toppen die de ‘Perse vallei’ omringen. Voor we het weten zijn we al bij onze ‘koffiestop’, veel te vroeg dus. We zien dat de volgende hut niet ver is en dus lopen we verder om onze cappuccino te genieten in de ‘Rifugio Selvata’. Om hier te komen worden de eerste stijgmeters genomen en hebben we dus een mooie warming-up voor de rest wat nog komen zou. De lieve olijke en vooral vriendelijke eigenaar van deze hut blijkt 20 jaar in Den haag te hebben gewoond en gewerkt. Zijn kinderen wonen nog in Nederland en zijn ondertussen getrouwd en gesetteld. Hij miste het Italiaanse leven en vooral de bergen toch teveel. Tevens is hij ook de eigenaar van het leuke slagerijtje in het centrum van Molveno, wat betekent dat hij niet meer zoveel boven in de hut aanwezig is.
Uitzicht op Cima Brenta
Vanuit de hut wisselen we van ‘nummer’ en volgden we de 319. Hier begint het echte klimwerk en de versnelling word ook aangepast en een tandje teruggeschakeld. Na ongeveer 50 min. wandelen en twee natuurlijk bronnen gepasseerd te hebben lopen we langs de voormalige ‘Baita Massodi’. Tussen de laatste dennenbomen door en omringd door velden met rododendrons komen we op de zogeheten ‘Laghetto Massodi’. Van hieruit zijn de pieken van de Sfulmini, de Campanil Basso en de Cima Brenta simpelweg het allermooist!
Ineens wordt de stilte verbroken en als we goed kijken zien we waar het geluid vandaan komt. Het is de materiaallift van de ‘Rifugio Pedrotti’ die boven ons hoofd zoeft. Onze lunch wordt vers aangevoerd! Een teken dat de hut niet ver kan zijn en onze magen rommelen al bij de gedachte van een Italiaanse lunch.
Aangekomen bij de hut zijn wij duidelijk een van de eersten die vanuit ‘onze’ richting zijn gekomen. Echter, deze hut ligt midden op de route van de wereldbekende ‘via Ferrata delle Bocchette’. Dus al onze medelunchers zijn fanatieke klimmers, die deze tocht eenmaal in hun leven gedaan moeten hebben. We zitten aan een tafel met 4 Spanjaarden die net begonnen zijn aan hun huttentocht en, net als ons, overweldigend enthousiast praten over de dolomieten. De speciale vormen, gesteenten en geschiedenis weten ze ons in geuren en kleuren te vertellen. Na de lunch, een heerlijk pasta met een kwartje rode wijn en een litertje gazzata, is het erg aantrekkelijk om eventjes lekker weg te dutten in het zonnetje. We hebben de verleiding weerstaan en na een cafe macchiato toch weer de rugzak opgepakt en onze tocht voortgezet, we zijn immers nog maar op de helft.
We zeggen onze via ferrata vrienden gedag en wensen hun nog een mooie spannende voortzetting. Ze staan nog maar aan het begin van deze prachtige lange ferrata. Onze weg is de tegengestelde en zodoende lopen we heel even over een deel van de beroemde “Bochette”, de ‘sentire attrezzato’. Na enkele minuten slaan we linksaf, terug in de richting van Molveno, oftewel de via ‘sentieri Palmieri’. We duiken als het ware een verlaten vallei in en genieten van de prachtige omgeving, de verlatenheid en de rust. Aangekomen op de splitsing van nr 320/326 slaan we links af richting Passo di Ceda.
Ruïnes van Malga Ceda Bassa
Op de pas van 2223 meter gaan we eventjes zitten, een mueslireep en bidon met ranja zijn dan eindelijk de moeite van het meeslepen waard. Met de wetenschap dat het met het klimmen gedaan is zetten we de spieren in de daalstand. Aan de linkerkant torent de Cima Sparaveri en de Monte Cresole boven ons uit, terwijl aan de rechterkant de eenzame Lorenzo vallei bewaakt wordt door de Monte Dio aan de ene kant en de Dos di Dalum aan de andere. We lopen nog langs de ruines van de oude Malga Ceda Bassa, een teken dat ook hier het verleden wordt ingehaald. Dit is heel begrijpelijk maar gaat helaas ook ten koste van oude boerderijtjes en andere ambachten.
We lopen ondertussen al pratend en al weer lekker tussen het groen en genieten nu al over al die andere routes die we op de kaart hebben gezien. Vanuit ons vertrekpunt Molveno kun je echt alle kanten op en een rustdagje aan het kraakheldere meer zit ook al in de planning. Bij aankomst in Molveno lopen we langs het strandje en drinken nog een heerlijke ‘veneziano’ ter afsluiting van een prachtige eerste wandeldag.
Maurice en Karen hebben zo van dit gebied en deze wandeling genoten dat de liefde voor de bergen het uiteindelijk heeft gewonnen van het vlakke land. Per 1 december 2011 openen zij na vele jaren ervaring hun eigen hotel in Molveno, het vertrekpunt van deze wandeling.