Torre di pisa Dolomieten

Schuin omhoog naar de Torre di Pisa in Val di Fiemme

Wist je dat er nog een ‘toren van Pisa’ bestaat? Boven het Val di Fiemme, in de zuidelijke Dolomieten van Trentino, troont een berghut met die naam op de flanken van het Latemarmassief. Sytske Maaijen, die in de regio woont, bezocht na vele jaren haar tweede Torre di Pisa … twee keer.

Tekst en foto's: Sytske Maaijen. 

Jaren geleden, toen ik nog naar Italië op vakantie ging, ben ik in de stad Pisa geweest met een bezoek aan de gelijknamige toren. Indrukwekkend scheef stond hij inderdaad, maar ik heb er geen bijzondere herinneringen aan. Inmiddels woon ik ruim twintig jaar in de regio Trentino en kwam ik er tot mijn verbazing achter dat er nog een Torre di Pisa bestaat. Een jaar geleden was ik met een collega aan het skiën in Val di Fiemme toen mijn oog op een hut viel, fier op een richel van het Latemargebergte. Mijn collega volgde mijn blik en liet mij weten dat het de Rifugio Torre di Pisa is. Op mijn vraag hoe deze hut aan die naam komt, was het antwoord: “Ga dat maar ontdekken”. Afgelopen zomer ben ik dat gaan doen. 

Torre di pisa Dolomieten

Het is begin september als ik met mijn dochters naar Val di Fiemme rijd en bij de gondel onder de skischansen van Predazzo parkeer. Het is fris in het dal op 1100 meter hoogte en kippenvel staat al snel op onze benen. We stappen met wandelgids Nadia in de kabelbaan richting Passo Feudo (2168 m).  Boven is de temperatuur opvallend genoeg veel aangenamer als we vanuit de lift direct wandelpad nr 516 nemen: “Rifugio Torre di Pisa 1.30”. De hut is al goed te zien en het plan is om de gehele ronde te lopen oftewel allereerst naar de hut, dan via Forcella dei Camosci naar berghut Oberholz boven Obereggen en retour naar Passo Feudo. Een route met circa 800 meter hoogteverschil en een tijdsindicatie van 5 tot 6 uur.

Zwarte schoorstenen

Het zonnetje schijnt weliswaar maar wat sluierbewolking trekt voorbij wanneer we starten. Langs de route is het een aangenaam geklingel van de koeien- en schapenbellen, vinden we fraaie steenmannetjes en bewonderen Grete en Noora door verschillende kijkers langs de route de omliggende  toppen. Al snel komen wij bij een splitsing; links richting berghut Oberholz, voor ons gaat de route omhoog. Het wordt steiler en Nadia vertelt dat het pad de afgelopen jaren enorm is verbeterd, want het vele losliggende puin zorgde voor glijpartijen. De hut verdwijnt nu uit het zicht en we klimmen door een paar donkergrijze rotspassages. “Het lijkt hier wel een vulkaan”, roept mijn oudste dochter en tot onze verbazing bevestigt Nadia dat inderdaad tijdens vulkaanuitbarstingen, zo’n 240 miljoen jaar geleden, de omhoog gestuwde lava deze rotsen uiteen heeft gereten. Deze vrijwel zwarte ‘schoorstenen’ van basalt vormen nu ons wandelpad, een uniek verschijnsel in de Dolomieten.

Torre di pisa Dolomieten

Vrij vlot bereiken we de Rifugio Torre di Pisa op 2671 meter, maar helaas trekt de lucht met dezelfde snelheid dicht. De wind wordt fris, vesten gaan aan en we proberen tussen de wolkenflarden door iets van de omgeving waar te nemen. Als ik hoor welke toppen hier allemaal te zien moeten zijn, baal ik flink van deze weeromslag. We lunchen binnen en zien door het raam dat het zelfs licht begint te regenen. Doorlopen is geen optie, maar ik loop achter de hut snel een klein stukje verder, op zoek naar die zogenaamde Torre di Pisa. Ik vind de rotsformatie, indrukwekkend scheef, gehuld in grijze wolken.

Met de nodige voorzichtigheid dalen we terug af, want de stenen zijn nu glibberig. Nat en koud komen we terug op de Passo Feudo en als troost eten we daar overheerlijke Strauben, een traditioneel gefrituurd spritsgebak. Aangezien al op 20 september veel liften en hutten sluiten, neem ik mij voor deze route zo snel mogelijk nog een keer te proberen.

Nieuwe ronde

Vijf dagen later stap ik opnieuw in de lift, maar nu onder een strakblauwe lucht en een warm zonnetje. Dit keer ben ik alleen, mijn dochters zijn na bijna zeven maanden thuisonderwijs en vakantie eindelijk terug naar school. Ik heb mij goed geïnformeerd en ik zet er flink de pas in, mij reeds verheugend op het mooie panorama boven. Langs de route roept een wandelaar “Ciao bionda… wacht op mij!” Ik schiet in de lach, groet vriendelijk maar loop door en kom al snel bij de bijzondere zwarte klauterpassages. Hier wil ik graag filmen, dus ik stop en een man met frisgroen shirt wandelt mijn beeld in. Ik vraag toestemming of ik deze opnames mag gebruiken en hij vraagt of hij met mij mee mag lopen. Hij legt uit dat hij een paar steilere passages verderop langs de route liever niet alleen wil doen.

Zo wandelen Matteo en ik verder en arriveren bij de Rifugio Torre di Pisa die baadt in de zon. Ik draai een paar keer om mijn eigen as want inderdaad, wat een uitzicht! Valsorda, Piz Boè in het Sellamassief, Pale di San Martino, de Cima d’Asta van het Lagorai-gebergte, de Brenta Dolomieten, Cevedale… Teveel om op te noemen. Als we daar een tijdje staan haken de Ciao bionda-man en zijn zus aan om ook met ons mee te lopen. En ik dacht nog wel een dag alleen onderweg te zijn vandaag ... Direct achter de hut sta ik dan opnieuw oog in oog met de Torre di Pisa, dit keer afgetekend tegen een blauwe hemel. Ik neem de tijd, maak foto’s, film en geniet van het fraaie decor. Het is druk op dit punt, het pad is smal en waar nodig zoek ik houvast aan de rotswand. Ik voel mij nietig tussen deze immense Dolomietenrotsen – er is zoveel moois te zien rondom!

Gemzenkloof

Het pad gaat glooiend verder en met de zon in de rug lopen we richting de Forcella dei Camosci. Op het hoogste punt wordt mij direct duidelijk waarom deze doorgang naar gemzen is vernoemd. Een smalle kloof tussen twee rotswanden, waar je klauterend (of met behulp van je achterwerk) steil omlaag gaat om vervolgens door een kleine bergkom nog dieper tussen de rotsmassa’s door te wandelen. Het andere koppel heeft ineens haast en is met grote passen doorgelopen. Ik geniet. Het grijze en soms lichtgele gesteente met de blauwe lucht erachter, het spel van omhoog trekkende wolkenschaduwen en de zon tussen de spitse toppen is adembenemend.

Torre di pisa Dolomieten

De route blijft rotsig en zodra hij steiler wordt, zorgt het losse gesteente soms voor kleine glijpartijen en ben ik blij dat ik stokken gebruik. Daar waar weer wat groen gras en bergbloemen tevoorschijn komen, zien Matteo en ik de mooie berghut Oberholz onder ons opdoemen. Als je van architectuur houdt, mag je dit hoogstandje niet missen en ’s winters is de moderne hut ook met de stoeltjeslift te bereiken. Tiroler klanken van een accordeon maken duidelijk dat we ons hier op de grens van Zuid-Tirol en Trentino bevinden. Ik gun mijzelf een pauze met een flinke taartpunt en de dorst les ik met een Weizenbier.

Nagenieten

De hoogtelijnen op de kaart geven mij de indruk dat het laatste stuk van route 22 glooiend op hoogte zou liggen maar stiekem blijken er nog een paar flinke klimmetjes in te zitten. Ineens begin ik te twijfelen over het tijdstip dat de liften sluiten en zet er flink de pas in. Met een kop als een tomaat kom ik weer op de splitsing vanaf waar mijn klim naar Rifugio Torre di Pisa begon. Aan de horizon kleuren de Dolomieten richting Val di Fassa en San Martino di Castrozza prachtig in het zachte zonlicht. Het is nog iets te vroeg in de late middag voor het ‘rosadire’, zoals het alpengloeien hier wordt genoemd, maar zonder twijfel zal dat snel gebeuren. De herkauwende koeien maken het decor compleet terwijl ik de stoeltjeslift in het oog krijg en Matteo en ik elkaar bedanken voor het aangename gezelschap. In de lift omlaag sluit ik mijn ogen en geniet opnieuw van het uitzicht vanaf de hut op zoveel bergtoppen, de kalkstenen bergwereld en de mooiste scheve toren van allemaal: onze eigen Torre di Pisa.

Dit artikel verscheen ook in Bergen Magazine 2 van 2021. Dat nummer kun je hier nabestellen.

Meer inspiratie

Lees hier hoe je je perfect kan voorbereiding op je bergwandeling

Beniewd waarom Innsbruck zo populair is onder de jongeren?

Benieuwd hoe jouw schoenen langer mee kunnen gaan?