Wanneer gebruik je nou welk type bergschoen?
In de outdoorwinkels zie je bergschoenen en wandelschoenen heb je in alle soorten en maten. Niet alleen omdat er zo veel verschillende voeten zijn, maar ook omdat je bergschoenen voor zoveel verschillende soorten tochten kan gebruiken. Maar wanneer gebruik je nou welk type bergschoen?
Bergschoenen of wandelschoenen kopen is vaak niet makkelijk. Zeker als je langere tochten loopt, is het belangrijk dat je bergschoenen goed passen, want anders krijg je al snel last van blaren, pijnlijke drukpunten of andere narigheid. Daarom is het een goed idee om je bergschoenen bij een specialist in de winkel te kopen. Bij gespecialiseerde outdoorwinkels zoals Zwerfkei kun je meerdere modellen en maten passen, en je laten adviseren over een goed paar schoenen. Een goede tip daarbij is om even niet te letten op aanduidingen voor dames en heren. Het gebeurt vaak dat vrouwen het best passende paar wandelschoenen onder het bordje ‘wandelschoenen heren’ vandaan halen, en andersom trouwens ook. Het belangrijkste is immers dat de schoenen goed zitten.
Een van de vragen die je bij het passen van je schoenen in een goede winkel altijd krijgt is: “Wat zijn je plannen?” Met andere woorden, wat voor tocht ga je met deze schoenen lopen? Want elke bergschoen is geschikt voor elke tocht.
Categorieën bergschoenen
Dat bergschoenen verdeeld zijn in vier categorieën, het bergschoenen-ABC(D), is voor veel mensen inmiddels wel bekend. Van lichte schoenen (categorie A) tot zware schoenen (categorie D). Als je je voorbereid op een gletsjertocht, is het natuurlijk logisch dat je niet kiest voor een lichte schoen, maar het gebeurt nog wel eens dat mensen met een stel stevige, zware bergschoenen, een lichte boswandeling maken. En dat hoeft nou ook weer niet.
Natuurlijk kom je met een stel stevige bergschoenen op een gemakkelijk bospad minder snel in de problemen dan wanneer je met een paar lichte schoenen een gletsjer op wandelt, maar toch zul je merken dat je niet het ideale paar schoenen aan hebt, zeker als je langere afstanden wandelt.
Het belangrijkste onderscheid tussen een schoen van categorie A en categorie D is niet de hoogte van de schoen, maar de stijfheid. Schoenen in categorie D zijn stug en stijf, en dat maakt ze perfect voor zware tochten over rotsig en ruig terrein. Ze zijn stijf genoeg om stijgijzers onder te binden en het stevige materiaal, de hoge schacht en dikke zool houden je enkels recht als je over rotsen wiebelt en beschermen je voeten tegen scherpe, puntige stenen, sneeuw en andere pijnlijke zaken.
Precies, allemaal zaken die je op een gemoedelijk glooiend bospad niet snel tegen zal komen. En dan worden zulke schoenen al snel een blok aan je been -letterlijk. Want al die bescherming voor je voeten weegt een hoop. Al dat gewicht sjouw je dus mee, terwijl je het op zo’n bospad niet eens nodig hebt.
Beweging van je voet
Nog veel belangrijker dan het gewicht, is de flexibiliteit van de schoen. En dat heeft te maken met de beweging van je voet, terwijl je loopt. Op een rotsig klauterpad, of op een gletsjer beweeg je je voeten anders dan op een bospad en daar zit de crux: een stijve schoen ondersteunt de beweging van je voet op een stenig klauterpad, maar hindert de beweging zoals je die -meestal- op een glooiend bospad maakt. En dat is waar een categorie A schoen juist van pas komt. Zulke flexibele schoenen stimuleren juist de natuurlijke beweging van je voet en enkels tijdens het lopen. End doordat je spieren op een veel natuurlijkere manier kunnen bewegen, word je ook minder snel moe. Wil je een lichte wandeling dus lang volhouden? Bijvoorbeeld tijdens een boswandeling, maar denk bijvoorbeeld ook aan een stadwandeling tijdens een stedentrip, dan kun je vaak maar beter kiezen voor een goede maar lichte wandelschoen in categorie A.
Is het dan altijd een slecht idee om met zware wandelschoenen een lichte tocht te lopen? Nee, dat niet. Korte lichte tochtjes zijn perfect om een stel zware wandelschoenen in te lopen.