
Dag 54-61 op de Pacific Crest Trail
21 juli, 2025 - 11:44 - Thomas van Roijen
Op mijn tweede zero day in Independence kon ik pas echt tot rust komen. Al mijn taakjes zaten erop, waardoor ik de hele dag tijd had om zo min mogelijk uit te voeren. Aan het eind van de middag werd ik door trailangel Magic Man teruggebracht naar de Onion Valley Trailhead, waar ik mijn tent wilde opzetten en vanwaar ik de volgende ochtend weer richting de trail zou vertrekken. Magic Man woontruim 500 kilometer verderop aan de Californische kust, maar reisde langs de trail om PCT'ers van trailmagic en liften te voorzien. Het verbaasde me opnieuw hoeveel sommige trailangels over hadden om hikers een handje te helpen.
Thomas wandelt in 2025 over de Pacific Crest Trail in het westen van de VS. een tocht van 4300 kilometer, van de grens met Mexico naar de grens met Canada. Op Bergwijzer en Wandelmagazine vertelt hij regelmatig (als het internet het toelaat) over zijn belevenissen onderweg. Hier lees je zijn verhaal over het hoe en waarom van zijn tocht. Hier lees je zijn vorige verslag over dag 47 tot en met 53.
De volgende ochtend vertrok ik om 06:15 met een zware bearcanister vol met nieuwe voorraad richting de 3593 meter hoge Kearsarge Pass, waar ik drie dagen eerder uit was afgedaald. Om de zware bepakking en de lange, herkenbare weg omhoog wat dragelijker maken, deed ik voor het eerst op de trail mijn oortjes met muziek in. Helemaal hetzelfde was de route niet. Tijdens de klim waren er namelijk 5 herten die onderweg waren naar een meertje. Binnen twee uur stond ik bovenaan de pas en nam ik een pad dat terug leidde richting de PCT. Terug op de trail kon ik vrijwel meteen beginnen aan de klim richting de 3644 meter hoge Glen Pass. De sneeuw tijdens de klim was aanvankelijk goed te vermijden, maar nam steeds verder toe. Door de sneeuw en de stukken stijgen over losse stenen, stond ik pas halverwege de middag boven, wat een stuk later was dan gepland.
Toen ik op adem zat te komen en uitkeek over de heldere Rae Lakes in het volgende dal, kwam Myles ook aan bovenaan de pas, zodat we samen verder konden lopen. Ondanks het late tijdstip was de sneeuw tijdens onze afdaling nog hard genoeg. We zouden er gelukkig dus niet doorheen zakken. Het ergste wat er hier kon gebeuren was uitglijden en op je gat vallen, wat me natuurlijk veel overkwam. Gaandeweg maakte de sneeuw af en toe plaats voor rotsen en na twee korte stukjes van de besneeuwde bergwand af te 'glissaden' (zittend glijden), zat het grootste deel van de afdaling erop. Het naar beneden glijden was een stuk veiliger dan in Forester Pass, waar ik loeihard naar beneden was geroetsjt tijdens de tweede glissade.

Met de sneeuw voorlopig achter ons was het nog geen tijd voor onze schoenen om op te drogen. Eerst moesten we een kleine engte tussen twee van de Rae Lakes doorwaden. Even later aten we rond 16:00 een late lunch langs het water, met tegenover ons de indrukwekkende piek van Mount Rixford. Myles bleef in de buurt kamperen en ik besloot rond 17:15 nog 7 mijl verder af te dalen. Zo kon ik de volgende ochtend meteen beginnen aan de volgende klim. De rest van de dag liep ik langs meren en diepe beken waar ik soms doorheen moest waden. De hoop op droge schoenen had ik inmiddels opgegeven, dus dat maakte me niet meer uit. Daarnaast was het eigenlijk best verfrissend.
Terwijl ik verder afdaalde en de bergen aan weerszijden van het dal hoger werden, zette de ondergaande zon de omgeving in een zacht strijklicht. Kort nadat ik de achthonderdste mijlpaal was gepasseerd, kwam ik in de schemering aan bij mijn geplande kampplaats tussen grote dennen. Er kampeerden hier al een aantal andere hikers, waaronder Jaimie, Ben, Robin, Steffie, MVP, Claire en Evan.

Snel zette ik mijn tent op en haalde ik water uit Woods Creek, die zich verderop luid door het dal stortte. Mijn avondeten at ik in het donker, maar dat was niet erg: achter me hoorde ik de rivier en boven me zag ik een mooie sterrenhemel en immense berg- en boomtoppen. Ik had weer een lange, maar opnieuw geweldige dag achter de rug.
vanwege mijn late aankomst stond de wekker wat later. Rond 08:00 uur stak ik de hangbrug over Woods Creek over, om de rest van de ochtend langs deze wilde rivier te lopen. Ik merkte dat ik nog moe was van de intensieve dag van gisteren, waardoor de lange tocht naar Pinchot Pass moeizaam verliep. De beken die ik onderweg moest oversteken, maakten het er niet sneller op.
Dichter bij de 3696 meter hoge Pinchot Pass, vlakte de trail af en kwam de boomgrens in zicht. De sneeuwvelden waren hier makkelijk te omzeilen of doorkruisen, wat het een prettige pas maakte. Samen met David uit Australië en Turbo Joe liep ik rustig naar boven. Ondanks de relatief makkelijke tocht was ik meer tijd verloren door de sneeuw dan ik dacht. Hierdoor nam ik net als gisteren weer een latere lunch. Dit keer langs een beek met uitzicht over Lake Marjorie. Na mijn pauze moest ik weer een aantal beken oversteken, waardoor mijn schoenen de rest van de dag doorweekt bleven. Het mooie bos waarin ik afdaalde maakte dat zeker geen straf.
Aan het begin van de avond hoefde ik alleen nog een geleidelijk stuk te stijgen om zo dicht mogelijk bij Mather Pass te kamperen. Zo kon ik in de ochtend meteen beginnen aan de klim van de 3686 meter hoge pas. De kampplaats deelde ik onder andere met Ben, Evan en Joe. Het beloofde een koude nacht te worden, dus ik zocht gauw mijn tent op.

In de vroege ochtend voerde de trail me geleidelijk omhoog naar Mather Pass door een open en ruig gebied. Onderweg kwam ik Myles weer tegen, die vertelde dat hij die ochtend in een grote rivier was gevallen. De stroming stond zo hard dat hij zich maar net overeind kon krijgen met zijn loopstokken. Gelukkig hadden zijn telefoon en andere apparaten geen schade opgelopen door het water.
Mather Pass ziet er vanwege de kaarsrechte rotswand uitdagend uit, maar gaat met prettige haarspeldbochten omhoog. Vanwege een groot sneeuwveld dat over een van de bochten lag, moest ik een stuk steil omhoog klauteren door gruis en grote loszittende rotsblokken. Samen met Myles, Clay en Joe stond ik bovenaan de pas en zag ik de Palisade Lakes in het volgende dal liggen. Aan de noordkant van de pas lag beduidend meer sneeuw, waardoor ik een stuk voorzichtiger afdaalde om niet uit te glijden.
Eindelijk stond ik langs de kristalheldere Palisade Lakes en vervolgde ik mijn weg langs Palisade Creek, die zich van grote hoogtes het dal in stort. Via de stenen treden en bochten van de Golden Staircase daalde ik samen met de rivier af. In het dal liep ik door dichte bossen en ving ik af en toe een glimp op van groene weides met torenhoge bergen op de achtergrond. Nadat ik een goed eind had kunnen afleggen in het glooiende terrein van het dal, at ik een late lunch langs de wilde Kings River.

Na de lunch klom ik geleidelijk uit het dal omhoog met de Kings River aan mijn linkerhand. In de vroege avond zag ik voor me twee herten lopen, recht op de trail. Ze wierpen zo nu en dan een blik naar achteren toen ze me hadden opgemerkt, maar doordat ik rustig bleef lopen, zagen ze me als een bedreiging en liepen we achter elkaar aan over de PCT. Ook lukte het me om een foto van een pika te maken.
De laatste mijl naar mijn geplande kampplaats liep ontzettend steil omhoog langs een paar watervallen, waardoor ik tijdens de schemering aankwam. Veel van de tentplaatsen waren al bezet, waardoor ik even moest zoeken naar een goed plekje. Het werd in het donker snel fris, dus ik filterde snel wat water uit de Kings River, zette mijn tent op, at wat en ging naar bed.

De volgende ochtend begon ik aan de geleidelijke klim naar de 3648 meter hoge Muir Pass. De tocht langs de hooggelegen meren was hier weliswaar niet erg steil, maar ook nu zorgden grote sneeuwvelden ervoor dat ik niet erg snel vooruit ging. Het was echter geen straf om door dit stille witte landschap te lopen. Aan het begin van de middag stond ik naast de stenen Muir Shelter in de pas. Samen met Bhikku, Patient Zero en Clay had ik uitzicht over ijsblauwe meren en een weids ondergesneeuwd dal.
De weg naar beneden verliep vanwege de sneeuw net zo langzaam als de weg naar boven en ik moest ver dalen voordat ik eindelijk uit de sneeuw was. Langs Sapphire Lake at ik mijn lunch en haalde ik water uit een beek van smeltwater. Daarna volgde er een lange afdaling het volgende dal van bossen en weides in. De Evolution Creek waar ik nu langsliep werd steeds groter en indrukwekkender, waardoor ik een alternatieve route moest nemen om de rivier over te steken. In een vlakke weide stroomde de brede rivier een stuk langzamer, waardoor ik het water rustig door kon waden naar de overkant.

Tot in de late avond vervolgde ik mijn weg langs Evolution Creek, die via watervallen naar beneden denderde en zich bij de San Joaquin River voegde. Toen ik deze via twee bruggen was overgestoken, kon ik goed tempo maken over het glooiende terrein op de rechteroever. In de schemering was ik op zoek naar een tentplaats langs de trail, tot ik Myles en zijn tent tegenkwam bij een kampplaats. Ik had er vandaag een hoop kilometers op zitten, dus ik besloot mijn tent hier ook neer te zetten.
De volgende ochtend wilde ik extra vroeg opstaan omdat ik een lange dag voor de boeg had. Vanwege de kou in de vroege uurtjes en mijn late aankomst van gisteren, was dit een lastige opgave. Om 05:00 opstaan was te doen, maar veel vroeger kon ik het niet maken. Ik begon de dag met een geleidelijke klim door een bos, waarna de trail overging in haarspeldbochten die eindeloos omhoog leken te gaan richting Senger Creek. Hier vulde ik halverwege de ochtend mijn watervoorraad aan en werd ik ingehaald door Myles.

Ik ging via prettige klimmetjes verder richting de 3326 meter hoge Selden Pass en de prachtige meren die daar in de buurt lagen. Myles en ik liepen samen naar de top van de pas en zagen het indrukwekkende uitzicht over het diepblauwe Marie Lake voor ons liggen. We daalden af richting het meer en nadat we de meeste sneeuw achter ons hadden gelaten, besloten we langs het water te lunchen.
Mijn plan om vandaag bij de camping Vermillion Valley Resort uit te komen, betekende dat ik er laat in de avond zou aankomen. Het was inmiddels 13:00 uur geweest, dus dat zou een pittige opgave worden. Myles zei dat hij nog meer dan genoeg avondeten had, dus hij bood me genoeg voor een portie aan. Zo hoefde ik vandaag niet te haasten en kon ik morgenochtend richting VVR lopen. Dit bezorgde me een stuk minder stress, dus ik ging dankbaar op het aanbod in. Na de lunch vervolgde ik de afdaling het volgende dal in en moest ik goed door blijven lopen om de muggen zo veel mogelijk te vermijden. Ik bevond me aanzienlijk lager dan de afgelopen dagen en vanwege al het smeltwater hadden de muggen genoeg plekken om eitjes te leggen. De eerste dagen van het muggenseizoen waren begonnen.
Nadat ik de diepe Bear Creek was overgestoken, merkte ik dat ik me moe en sloom voelde. Waarschijnlijk kwam dit door de lange dag van gisteren. Een goede keuze om morgen pas naar VVR te lopen dus. Halverwege de korte maar krachtige klim over Bear Ridge, besloot ik mijn tent op te zetten. De rest van de klim zou ik morgen wel afmaken met verse energie. Tijdens het eten had ik een prachtig uitzicht, maar door de muggen was het lastig er goed van te kunnen genieten. Door af en toe wild met een handdoek om me heen te slaan, kon ik ze uit de buurt houden. Toen ik mijn tanden poetste, was de hoeveelheid muggen zodanig toegenomen, dat ik rondjes moest blijven lopen om ze te ontwijken. De muggen hadden me in ieder geval wel vroeg de tent in gejaagd, dus ik lag op tijd in mijn slaapzak.

De volgende ochtend stond ik uitgeslapen op om 05:30 en kon ik op tijd beginnen aan het laatste stuk klimmen over Bear Ridge. Niet veel later daalde ik bij een kruising af via de Bear Ridge Trail richting het stuwmeer Edison Lake, waarlangs VVR lag. Er waren hier ongelooflijk veel poelen met stilstaand water en beekjes, waardoor de muggen ondraaglijk werden. Mijn shirt met lange mouwen en muggennet zaten helaas diep in mijn tas. Toen ik al proestend wild om me heen aan het slaan was, besloot ik DEET op te smeren. Dit goedje is ontzettend chemisch, maar werkt als een malle. De muggen kwamen nog wel kijken of er wat te halen viel, maar vlogen gauw verder.
Beneden bij het meer aangekomen, liep ik over een halfverharde weg met een grote boog om de stuwwal heen. Binnen drie kwartier kwam ik aan bij VVR, waar het een gezellige verzameling van hikers was. Hier kwam ik de komende twee dagen een hoop bekenden tegen en kon ik tussen mijn verschillende taakjes door heerlijk uitrusten. VVR is berucht om zijn hoge prijzen om te bevoorraden, internet te gebruiken, te wassen en te douchen. Ik had tijdens mijn zero day echter te maken met een onvoorziene meevaller. Of beter gezegd, geluk bij een ongeluk. Toen ik mijn doos met bevoorrading had opgehaald (dit kost maar liefst 40 dollar om naar VVR te sturen), zag ik dat er iets door het karton had geknaagd. De helft van mijn eten was aangekauwd door een overijverige muis of chipmunk. Het meisje aan de balie was erg begripvol en zei dat ik niet voor de doos hoefde te betalen en mijn bevoorrading gratis mocht aanvullen met eten uit de winkel.
Wil je een trailangel op afstand zijn en een bijdrage leveren aan mijn boodschappen? Dat kan!
Mijn dankbaarheid gaat verder dan de 2650 mijl van de trail!
Wil je meer lezen en meer foto's zien van Thomas' avonturen op de Pacific Crest Trail? Je kunt Thomas ook volgen via zijn Polarsteps-account. Dan krijg je vaker én meer foto's van zijn avonturen te zien.












