De eerste beklimming van de Piz Bernina
Op 13 september 1850 stonden Johann Coaz, Jon Tscharner en Lorenz Ragut Tscharner als eersten op de top van de toen 4052 m hoge Piz Bernina in de Zwitserse Alpen. De berg had destijds nog geen naam, maar werd later door Coaz vernoemd naar de lagergelegen Berninapas. Toen Coaz bij terugkomst vertelde dat hij en zijn kompanen de top hadden bereikt zag hij slechts twijfelend geglimlach: “de Bernina stond bekend als onoverwinnelijk.”
Johann Coaz en de broers Tscharner
De Zwitser Johann Coaz werd geboren in Antwerpen in 1822. Hij was de zoon van Wilhelm Johann Coaz, een officier. Tussen 1841 en 1843 trainde Coaz bij de Königliche-Sächsische Forstakademie en hij ging vervolgens aan de slag bij het Federaal Topografisch Bureau, waar hij begon met het in kaart brengen van verschillende bergketens. Zo kwam hij in 1850 op de Piz Bernina terecht, samen met zijn meet-assistenten, de broers Jon en Lorenz Tscharner. Ze besloten gezamenlijk naar de top te klimmen.
De eerste beklimming
Op 13 september was het zo ver. Met genagelde schoenen, henneptouw, sjaals tegen de zon en lange stokken ging de expeditie op pad via de Morteratschgletsjer. Via de oostgraat klommen ze omhoog en om zes uur ’s avonds stonden ze op de top. Een plek waar nog nooit iemand geweest was. Daar prikten ze de Zwitserse vlag op de top en lieten een fles met munten en een briefje met hun namen er op achter.
Coaz werd niet geloofd
Vlak voor zijn dood sprak Coaz over wat hij zich kon herinneren van de periode kort na zijn prestatie: "Op de tweede dag na de beklimming begaf ik me naar Samaden en deelde in het casino mijn kennissen mee dat de beklimming van de Bernina had plaatsgevonden. Pas vóór het dorpje, daar waar tegenwoordig Hotel Bernina staat, wist ik de heren van de beklimming van de Bernina te overtuigen, doordat ik hen met de telescoop de op de top van de Bernina wapperende vlag liet zien."