Tussen Brenta en Gardameer
In mijn achtertuin liggen de Brenta Dolomieten en in de voortuin het Gardameer. Zelfs na twintig jaar in Trentino blijft deze streek mij motiveren om op pad te gaan. Ik ga de DoGa fietsen, daarna richting Val di Sole voor waterpret en tot slot maak ik met mijn dochters een schitterende bergwandeling in het hart van de Brenta Dolomieten.
Tekst en foto's: Sytske Maaijen
Te land, te water en (bijna) in de lucht
In mijn achtertuin liggen de Brenta Dolomieten en in de voortuin het Gardameer. Zelfs na twintig jaar in Trentino blijft deze streek mij motiveren om op pad te gaan. Ik ga de DoGa fietsen, daarna richting Val di Sole voor waterpret en tot slot maak ik met mijn dochters een schitterende bergwandeling in het hart van de Brenta Dolomieten.
Met de fiets twee totaal verschillende werelden met elkaar verbinden, die van de Dolomieten en het Gardameer, oftewel de ‘DoGa’ vanuit Madonna di Campiglio (1500 m) naar Riva del Garda (70 m) rijden is wat ik ga doen. De hele route beslaat 110 kilometer en 2260 hoogtemeters als je start in Val di Sole, maar ik smokkel iets en begin in het sfeervolle centrum van Madonna di Campiglio waar ik Samuele, mijn gids, ontmoet die een mooie e-mountainbike voor mij heeft meegenomen.
Geen nieuwtjes, vakantietips of winacties meer missen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, dan ontvang je elke week het beste van Bergwijzer in je mail!
Piepend door de bocht
Na een cappuccino bij Bar Suisse en het aantrekken van alle kleding die ik in mijn rugzak maar kon vinden dalen we via een onverhard bospad af naar Sant’Antonio di Mavignola. De fiets voelt nog niet ‘eigen’, dus ik knijp de schijfremmen wat steviger in waardoor ze irritant piepen. Samuele besluit ze ter plaatse te vervangen. Ondertussen maak ik een paar foto’s van de Brenta Dolomieten die verstoppertje spelen met de wolkenflarden. Bij Pinzolo (800 m) start het vrijliggende fietspad naar Ragoli en ontdoen we ons in het zonnetje van alle overbodige kleding. Over het gladde asfalt langs de Sarcarivier en de bici-grills (snack-infopunten) volgen we de Dolce Vita-variant. Via velden vol zonnebloemen rijden we vanaf Ragoli over de secundaire weg naar Stenico en zijn kasteel tot in Ponte Arche. Na de lunch klimmen we, in gezelschap van een paar regendruppels, door de Giudicarie-vallei langs boerderijen, maisvelden en een verborgen kasteeltje naar de Passo Ballino (750 m). Dan gaat het bergafwaarts langs het azuurblauwe Lago di Tenno en een van de mooiste middeleeuwse dorpjes van Italië, Canale di Tenno. Nu ben ik degene die de gids op sleeptouw neemt over mooie, mij bekende paden met uitzicht op het Gardameer. Zo rollen we na zo’n tachtig kilometer en ruim 900 hoogtemeters langs olijf- en palmbomen het mediterrane Riva del Garda binnen. Het is bijzonder om langs één fietsroute zoveel verschillen in landschap (en temperatuur) te beleven. Tot slot brengt de pendelbus ons weer naar het startpunt waar ik, eerlijk is eerlijk, moeite heb om afscheid te nemen van ‘mijn’ e-mountainbike.
Waterpret
Naast de Dolomieten heeft Trentino ook honderden meren, watervallen, bergstromen en rivieren. Zo is er de Noce-rivier die op ruim 3000 meter hoogte in het Ortles-Cevedalemassief ontspringt en in het Val di Sole langs appelgaarden, het treinspoor en fietspad verder stroomt. National Geographic heeft deze soms ruige bergstroom uitgeroepen tot de beste raftingrivier in Europa. En dát heeft de interesse bij mijn vrienden gewekt. Bij een van de raftingcentra kijk ik toe hoe mijn gezelschap het materiaal en de praktische uitleg ontvangt. Gelukkig kan de jongste van acht zonder problemen mee. Ze starten bij Cusiana di Ossana (mooi kasteel) en hebben als eindbestemming Dimaro, een afstand van ongeveer acht kilometer in de Noce. Tussen Mezzana en Piano di Commezzadura worden de kinderen per bus vervoerd omdat daar een paar pittige passages zijn, maar daarna kunnen ze tot het einde mee op de stoere gele rubberboot. Ik ben niet zo’n waterrat, dus zwaai ik ze hartelijk uit waarna ik het Val di Rabbi inrijd en net voorbij het thermenbad parkeer. Ook hier geen gebrek aan water; ik steek de rivier Rabies over in de richting van waar een hangbrug moet zijn. Na een half uurtje lopen wordt het geluid van de Ragaiolo-waterval krachtiger en terwijl ik het hoogste punt ervan probeer te vinden, zie ik ineens de fraaie overspanning boven mijn hoofd. Via een steil bospad – eenrichtingsverkeer! – kom ik bij de brug. Mensen aarzelen of ze wel durven, zo zweven in de lucht boven een diepte van zestig meter. De stalen brug deint inderdaad een beetje op een neer als ik er overheen loop maar het uitzicht over zowel het dal als de waterval is mooi. Bergboerderij Malga Fratte (1482 m) voor een stuk verse casolet-kaas of een lunch is niet ver meer, maar mijn nieuwsgierigheid naar het rafting-avontuur van mijn vrienden is groter. Mijn onbevreesde gezelschap staat in Dimaro al op de oever, zeiknat in hun zwarte wetsuit en met glunderende koppies. Op mijn vraag hoe het was, hoor ik “gaaf” en “we beukten door de stroming”. Alessandro, de raftinggids, was top en ze hebben zelfs met de stroom mee gezwommen om te oefenen voor het geval ze overboord zouden slaan, maar dat was niet gebeurd. Ik voel, heel kinderachtig, door hun enthousiaste verhalen een steek van jaloezie en beslis voor mezelf dat ik komende zomer alle moed zal verzamelen.
Dit artikel stond ook in Bergen Magazine 1 van 2022. Meer lezen? Bestel het nummer na!
Over de zeebodem
Een paar dagen later sta ik met mijn twee dochters aan het begin van Val d’Ambiez in het Brentamassief. Deze vallei ligt vlakbij Molveno, Andalo en het mooie middeleeuwse dorpje San Lorenzo in Banale (wandel er zeker even doorheen). We wachten op chauffeur Tiziano die ons met zijn jeep naar de Rifugio Al Cacciatore (1821 m) zal brengen, zodat wij het vrij lange stuk door de bossen vermijden en direct op hoogte kunnen starten. Na een spannend maar mooi ritje omhoog door de bergkloof ontvouwt zich voor ons een adembenemend panorama op de Brenta-Dolomieten. Mijn hart springt over. Zodra we bij de hut aankomen duiken de meiden met “ohhh’s” en “ahhhh’s ” op de hond des huizes en verwennen hem met knuffels. Een kop cappuccino en twee glazen sap later wandelen we over een bergpad tussen de bergdennen in het warme zonnetje gestaag omhoog. Ons doel, Rifugio Agostini (2410 m) met het felrode dak, ontdekken we tussen de imposante Dolomietentoppen waarvan de Cima Tosa (3173 m) zijn kop in de wolken heeft. We komen langs een groots plateau met diepe scheuren wat ons eraan doet herinneren dat miljoenen jaren geleden dit de zeebodem was. Langs de route kun je bij Cimitero dei Fossili (begraafplaats van fossielen) nog meer bewijs ontdekken.
Topkeuken
Na ongeveer anderhalf uur staan we bij de hut en duiken de meiden in de zachte sneeuw. Onze hongerige magen lokken ons toch al snel naar binnen waar huttenwaard Roberto ons hartelijk begroet. Zijn keuken staat goed bekend en we genieten van de gnocchi en sberlette (aardappel- en pastagerechten). De populaire hut is het vertrekpunt van talrijke via ferrata’s en wandelroutes door de Brenta. Voor een slaapplek in een van de 54 bedden is het advies te reserveren, wat ik deze zomer zeker van plan ben. Vanaf hier wil ik dan met mijn meiden naar Rifugio Tosa Pedrotti lopen om daarna, afdalend, bij het Molvenomeer uit te komen. Na een heerlijke, lauwwarme strudel kleden we ons goed aan en Roberto adviseert ons om een breder, minder steil pad terug te nemen. Buiten is het fris geworden en het zicht is minimaal dus stappen we flink door. Ruim een uur later staan we weer in het zonnetje bij Rifugio Al Cacciatore waar ons vervoer al op ons wacht.
Handige info
Vervoer
Treinen vanuit Trento naar diverse plaatsen in Val di Sole. Bussen tussen Trento en Madonna di Campiglio en San Lorenzo in Banale.
Beste periode
mei – eind september.
DoGa-fietsroute
Val Rendena: Madonna di Campiglio – Pinzolo – Riva del Garda (110 km). Route ideaal voor gravel bikes, toerfietsen en e-bikes (www.doga-cycling.it/en/)
Val di Sole
- Raften over de Noce, diverse startpunten (www.visitvaldisole.it/en/rafting).
- Val di Rabbi: wandeling over hangbrug. Parkeren bij Plan (1250 m) – bordjes ‘Ponte Sospeso’ volgen en daarna ‘Malga Fratte’(1482 m). Het hele jaar toegankelijk (www.visitvaldisole.it/en/suspension-bridge). Vanaf Malga Fratte sta je in ruim een half uur bij Malga Stablasolo (1536 m) en wandel je nog een uurtje door, dan bereik je de mooie waterval Saent.
Dolomiti Paganella
Val d’Ambiez: gezinswandeling van Rifugio Al Cacciatore (1821 m) naar Rifugio Agostini (2410 m, www.rifugioagostini.com) en terug. Start: vanaf de parkeerplaats bij Bar Dolomiti (San Lorenzo in Banale, Località Baesa) met de jeep (www.taxijeep.it) naar Rifugio Al Cacciatore. Duur & hoogteverschil: 2½ uur, h 600 m, heen via route 325, terug via 325b.
Kaarten
- Kompass 095 – Peio e Rabbi Val di Sole, 1:25.000
- Kompass 688 – Dolomiti di Brenta, 1:25.000