Voor het eerst mountainbiken in Marokko
Verslag van de reis MTB Marokko High Atlas Mountains – april 2012. Een niet mountainbiker op de mountainbike in Marokko. Met veel belangstelling volgde ik de verhalen van mijn goede vriend Jos, lid van dezelfde fietsclub. Nadat hij me een DVD met wel heel erg mooie plaatjes van zijn fietsavonturen in Marokko laat zien, ben ik “om”.
Vreemd..? Ja klopt! Want als ‘gezworen’ wegracer heb ik enige aversie (lees angst/onbeholpenheid) opgebouwd en zie je mij bij de club slechts bij hoge uitzondering op een ATB-fiets. Ik ben zelf niet in het bezit van een ATB-fiets en kan van Jos zijn Ideal Traxer, -bouwjaar vorige eeuw-, lenen. Volgens Jos is deze Traxer van dusdanig stevig materiaal en dat in combinatie met mijn basisconditie en stuurmankunst, een prima uitgangspunt voor een trek door de Hoge Atlas. “Het is allemaal piste en goed te doen”; zijn z’n geruststellende woorden, “heel af en toe een stukje singletrack”. Behoedzaam vermijdt hij te vertellen dat er één dag is met uitsluitend ezelpaadjes. Bang dat mij dat wel eens zou kunnen afschrikken… Ik besluit mee te gaan en boek een vlucht met Ryanair naar Marrakech, de stad van 1001 nachten.
Eerste indrukken
Ik vlieg samen met Henk, een ervaren ATB-er, vanaf Frankfurt Hahn en op het vliegveld in Marrakech staat Jos, die als reisleider de begeleiding verzorgd namens Maroc Travel, ons al op te wachten. We hebben onze bikes keurig in dozen ingepakt en komen zonder problemen door de douane. Een jeep brengt ons en de spullen naar het hartje van Marrakech: De MEDINA. De straatjes (de Souks) worden echter te smal en we zijn genoodzaakt om een bagagekarretje in te zetten. Maar de straatjes/steegjes worden smaller en smaller en lopen uiteindelijk dood. Vertwijfeld staan we stil…”Het zal hier toch niet zijn”; denk ik. En dan achter een grote houten deur staan we in een ruime en luxe Riad. Een prachtige locatie welke zó in 1001 nacht kan figureren. En bovendien zitten we maar hemelsbreed 300 meter van het beroemde plein “Jemaa el Fna”.
We besluiten om allereerst met zijn drieën een hapje te gaan eten op het plein ( soep en tagine) en daarna terug om de fietsen in elkaar te zetten. De andere 2 bikers uit Holland zijn inmiddels ook gearriveerd, we maken kennis met elkaar en bewonderen elkaars bikes: een lefty en 2 specialized epics waarvan 1 een 29-er. Aan het materiaal zal het niet gaan liggen deze reis! Allemaal fully’s en één authentieke TRAXER. Deze “antieke” hardtail zal die fully’s nog een lesje gaan leren, of met andere woorden : het is toch het mannetje/vrouwtje die het moet doen.
1e dag - Inrijden over asfalt
Na een goede nachtrust en uitgebreid ontbijt op het terras van Riad Maud met uitzicht op de bergen met besneeuwde toppen, maken we ons gereed voor de reis. We fietsen door de steegjes en hebben veel bekijks, we starten ‘officieel’ op het Jemaa el Fna plein. Onze tocht naar de bergen begint hier. Circa 40 km over vals plat. Daarna zal het alleen nog klimmen en dalen worden. Jos zet zich op kop met een stevig tempo en wil zo snel mogelijk Marrakech met de hectiek, het drukke verkeer en vervuilde lucht achter zich laten. Zijn “bronchituspuffertje” heeft vanochtend zijn dienst bewezen. Het aanvankelijk hoge tempo wordt Marieke, onze enige vrouwelijke deelneemster, teveel.
We moeten stoppen en ze moet als astmapatiënte ook aan de puffer om te recupereren. We nemen wat gas terug en naderen al snel het voorgebergte. Daar kopen we op advies van Jos nog wat extra proviand en nemen we een koffiepauze op een schitterend terras met een adembenemend uitzicht. Allah is niet zuinig geweest met het toebedelen van natuurschoon in deze contreien.
Vanaf hier start een lange klim naar boven richting Oukamediem, dé wintersportplaats in de Hoge Atlas. We besluiten wijselijk dat ieder in eigen tempo naar boven fietst. De pauzeplaats kan niet gemist worden en onze chauffeur Omar en kok Hussein wachten ons op met een uitgebreide lunch. Na de pauze is het de hele middag klimmen en dalen. Het allerlaatste stuk naar Imsker is het begin van de piste. Een breed onverhard bergpad, en wordt het me duidelijk waarom een fully wel handig is. Na circa 86 km arriveren we in Imsker waar we zullen overnachten. “Wat een tegenstelling met Marrakech”; in een gîte krijgen we een kamer met 10 matrassen op de grond. Sanitair: 1 warme douche met gebruiksaanwijzing en 2 hurktoiletten waarvan er 1 alléén in geval van uiterste nood gebruikt mag worden. Blijkt het wc papier, als het er al is, gebruikt te moeten worden om je linkerhand af te drogen, waarmee je je bips hebt gereinigd met het immer aanwezige emmertje gevuld met water. Nooit je rechterhand voor dit doeleinde! Daarmee groet je de ander. Snap ik meteen waarom er desinfecterende zeep op het lijstje : praktische tips staat. Of ik mij aan dit gebruik heb gehouden laat ik hier in het midden. Na een warme maaltijd en wat thee, waar we ‘stiekem’ wat rum aan toevoegen, slapen we als ossen.
2e dag - Het dal van Tachedirt
Vandaag een tocht door een dal naar Tachdedirt, het hoogstgelegen dorp van Marokko op circa 2450 mtr. Het wordt een dag met veel klimwerk en we besluiten het op een rustig tempo te doen en zoveel mogelijk van de schitterende omgeving te genieten. Het is een ruig dal met her en der dorpjes tegen de bergwanden geplakt. Op terrassen wordt de grond bewerkt. Uitsluitend door vrouwen, die je ook met grote bossen op de rug ziet sjouwen. Je komt ook vaak jonge vrouwen/meisjes tegen die kudde’s schapen of geiten verplaatsen. Regelmatig stoppen we om de bijzondere indrukken op ons in te laten werken, foto’s te nemen en te genieten van de omgeving.
De lunch is op een plekje bij een waterval, een locatie om van te dromen. Eerder dan verwacht naderen we deze dag de eindbestemming. We opteren later die dag nog een extra lus te fietsen. Maar realiseren ons op dat moment nog niet dat we nog een aardige klim te gaan hebben door onherbergzaam gebied met zo’n stijgingspercentage van 12%. Daar waar de piste eindigt blijkt dat we als berggeiten met onze bagage en fietsen naar boven moeten klimmen over een rotspartij om bij het hotel te komen. Hoe hebben ze in godsnaam dit prachtige hotel op deze plek kunnen bouwen. Er blijken vooral veel wandelaars gebruik te maken van dit hotel. We worden met enige verbazing en ook wel ontzag begroet door andere reizigers, en je ziet ze denken; “hoe komen die maffe Hollanders boven op die fietsen”.
Het zonnetje schijnt, fijne temperatuur en na een pot thee en glas cola besluiten we op het terras te blijven om van de uitzichten te genieten. Het is met recht dat deze regio ‘Little Nepal’ wordt genoemd. Na zonsondergang koelt het hier boven snel af en na het eten en de traditionele thee met rum zoeken we onze slaapzak op.
3e dag – Rustdag
Natuurlijk vraagt zo’n klim naar het hotel ook weer een afdaling waarbij enig appѐl wordt gedaan op kracht en souplesse. En maar goed dat deze in voldoende mate aanwezig is binnen mijn team. We trotseren een benarde situatie, mijn opgerolde slaapzak raakt namelijk door onbekende oorzaak van de rotsen en rolde naar beneden richting rivier. Jos ziet het net op tijd gebeuren en schiet als een berggeit naar beneden om de slaapzak uit het water te grissen. Prachtig om hem in het tenue van onze fietsclub zo naar beneden te zien hollen en met gevaar voor eigen leven. Jammer dat ik hier geen foto van heb kunnen maken. We gaan voor het vervolg van de reis onze route bepalen, de keuze: snel en kortste weg over asfalt naar Tamatert, onze volgende halte. Of een stuk verder terug over een smal en naar boven kronkelend pad. Stoer wordt er unaniem gekozen voor de moeilijkste optie. De toegang tot het vinden van dat bewuste pad blijk lastiger dan gedacht. Na wat ernstig geklauter naar beneden met de fiets op de schouder wist Jos , die eigenlijk de weg even kwijt was, een lokaal Marrokaans/Berbers jongetje met 2 snickers over te halen ons te leiden naar het begin van het pad aan de overzijde van het dal voorbij de rivier. Dat blijkt nog een hele tour. Geklauter, rivercrossing, en weer een klimpartij naar boven. Deels door het plaatselijke riool en akkers van boeren, tijdens deze zoektocht hebben we diverse snickers in moeten zetten. Eenmaal bovengekomen via smalle bergpaadjes dalen we af naar Tamatert via een geasfalteerd stuk.
Het middagprogramma biedt diverse keuzes namelijk: uitrusten, een extra lus fietsen of een wandeling maken met een lokale gids. Ik kies voor het laatste en ga vergezeld met een Marokkaanse gids een wandeling maken in en rond Imlil. Vanuit dit dorp starten doorgaans alle wandeltochten naar Toubkal, de hoogste berg van Marokko. Jbel (=berg) Toubkal is met zijn 4.167m de hoogste top van Noord Afrika. Deze tocht van twee uur op zo’n 2000m hoogte heb ik als adembenemend ervaren en overweeg om over een paar jaar nog eens terug te keren om naar de top te wandelen. Gelukkig hebben we in Imlil GSM dekking en Wifi en kunnen we wat berichtjes naar het thuisfront sturen.
4e dag - Off-day
In de briefing van Jos blijkt de dag voornamelijk te bestaan uit Muletrack. Dat wordt overleven en vooral rustig aan doen als onervaren ATB-er. Na ontbijt worden de fietsen op 3 ezels gebonden onder streng toezicht van ons. Vooral Marieke met haar full carbon 29-er van 1 week oud maakt zich ernstig zorgen. We willen toch graag het materiaal zonder schade boven op de berg krijgen. De ezels brengen de fietsen naar boven en wij sjokken er achteraan. Het lunchpakket gaat mee voor boven op de berg Tizi Mezzik op 2500 mtr hoogte. Jos heeft iedereen geadviseerd wandelschoenen aan te doen, maar ik sla zijn advies in de wind. Enige eigenwijsheid kan me niet ontzegd worden en ik begin de klim op mijn comfortabele ATB-schoenen. Allah zal dit uiteindelijk niet onbestraft laten... Halverwege de klim beginnen mijn hakken te schuren, er ontstaat blaarvorming en uiteindelijk liggen ze helemaal open als we boven komen. De wandeling heb ik als een ware martelgang ervaren, dit in tegenstelling tot mijn vier kwieke teamleden.
Boven aangekomen liggen de fietsen onbeschadigd te wachten. We ontmoeten enkele wandelaars die Inshallah, blarenpleisters blijken te hebben en zeer bereidwillig om deze arme stumper liefdevol te verzorgen.
Nu afdalen door het Azaden vallei richting het berbersdorpje Ouirgane over een vreselijk smal, steil en steenachtig pad wat op sommige punten rakelings langs een ravijn gesitueerd is. Wie dit ooit bedacht heeft moet vast momenten kennen van levensmoeheid. We storten ons na een zorgvuldige instructie; ‘zadels in de laagste positie en de clips zo los mogelijk’, naar beneden. In korte tijd raak ik de ervaren bikers uit het oog en neem me voor om lekker dicht bij Marieke te blijven. Zij lijkt best wat coaching te kunnen gebruiken en voor mij is dat niet veel anders, grrr…Even later slaat het noodlot toe, Jos komt ten val nadat hij over de kop gaat. Resoluut besluiten we verder geen risico’s meer te nemen en op de steilste stukken te lopen. Kort samengevat: het was voor mij véél lopen….Onderweg vraag ik me af hoe Jos het heeft kunnen bedenken en vooral ook hoe hij in het voorjaar in zijn uppie met een volgepakte fiets, deze trip heeft uitgevoerd. Als reisleider moet je blijkbaar wat over hebben om route te verkennen en toeristen te pleasen. Qua natuurschoon kan ik me overigens best voorstellen dat deze route in het program is opgenomen, zó puur. Voor échte natuur- en wandelliefhebbers ‘het summum’, en die-hards onder de ATB-ers zullen ook best hun bevrediging vinden.
Uiteindelijk komen we na veel klauterwerk weer op de piste in het dal en begint een klim naar het volgende dorpje. Dat klimmen op de fiets gaat me steeds beter af en ik nestel me zowaar aan kop van ons pelotonnetje. Na de klim weer een afdaling met in het dal in een rivercrossing, en weer wacht ons een klim. Probleem echter is dat we het pad niet kunnen vinden, juist op het moment dat een van mijn teamleden zijn kompas tevoorschijn haalt blijkt Jos het spoor weer hervonden te hebben en vervolgen we de martelgang over een smal paadje wat tegen de wand geplakt is. Het pad is dichtbegroeid en doet me denken aan een oerwoud, de shit op dit pad waar we ons overheen en langs manoeuvreren verraadt dat hier ooit ezels en dus ook mensen moeten zijn geweest. Wat een heerlijke gedachte…
Tijdens de tocht worden we diverse keren getrakteerd op steile afdalingen en rivercrossing, soms diep, soms snelstromend maar altijd koud. Oversteken via rotsen, gewoon lopend door het water met de fiets op de schouder. Wat een avontuur, maar goed dat de thuisbasis niet op de hoogte is van mijn survivalkunsten. Dat had me waarschijnlijk een annulering van het Marokko-tripje gekost. Vandaag draag ik de rode lantaarn en ben ik de hekkensluiter, maar safety first op die smalle paadjes! Aangekomen in Tessa Wirgane in een eenvoudige gîte, plof ik meer dood dan levend op de bank, wat heb ik af moeten zien vandaag, vreselijk!
5e dag - KikPlateau en bolletjestrui
Vandaag een langer traject over piste en asfalt, op weg naar het KikPlateau. Ik ben in goede doen en heb er zin in. De eerste klim van 9 km rijd ik al snel vooruit. Jos had gemeld te wachten bij een kraampje waar mineralen worden verkocht vóór het plaatsje Asni. Ik geniet van mijn klim en laat teamleden achter me. Voor Asni besluit ik te wachten maar het wachten duurt me te lang en besluit terug te fietsen. Blijk ik te ver te zijn doorgefietst en het kraampje met “minereaux” te hebben gemist. Ik sluit me aan en we vervolgen de rit steil omhoog over een ruige piste van circa 6 km naar het plateau. Marieke komt er nog ten val en krijgt de tandwielen van het voorblad in haar kuit, die behoorlijk begint te bloeden. We proberen haar wond goed schoon te houden maar dat valt niet mee. We biken de rest van de dag over paden met stijgingspercentages tot 15%. Het KikPlateau biedt enorme vergezichten, soms waan je jezelf in één grote ansichtkaart. We lunchen op een veldje gevuld met bloemen onder de olijfbomen. Het Marokkaanse team weet toch elke keer de mooiste plekjes te vinden. Het is een warme dag en de kilometers beginnen bij sommigen te tellen. Ik voel me sterk, de omgeving/de sfeer maakt een bepaalde energie vrij en het lijkt of ik in een flow beland ben.
We liggen voor op schema en Jos stelt voor een extra lus te fietsen naar Amizmiz, om daar een terrasje te pikken en de wond van Marieke te laten verzorgen. Inshalla: We verdienen een cola en Marieke laat haar wond verzorgen door een plaatselijke arts. Op naar de gîte, die gesitueerd is in een piepklein dorpje, op een soort van boerenerf. Mooi aangelegd met zelfs een kleine houtgestookte Hamman, waar ik dankbaar gebruik van maak. De plaatselijke Immam komt kennis maken en wenst ons succes met onze bijzondere tocht. Vandaag wordt me officieus de bolletjestrui toegekend.
6e dag - Uitfietsen naar Marrakech
De laatste fietsdag, uitsluitend bergaf van Amizmiz naar Marrakech. In volle vaart over het brede asfalt terug naar Marrakech. Met een windje in de rug rijden we een gemiddelde van 35 km per uur. Halverwege bij een stuwmeer nemen we een koffie/theestop en eind van de ochtend arriveren we in Marrakech. Bijzonder om via de oude stadspoort de kasbah wijk binnen te rijden. Er hebben zich uitzonderlijk veel ooievaars genesteld op de stadmuren, blijkt een jaarlijks terugkerend ritueel in deze stad. We stoppen op het Jemaa-el-Fna plein voor een foto en daarmee is de avontuurlijke tour HELAAS voorbij. We gaan terug naar ons geriefelijke Riad om te genieten van een heerlijke warme douche.
We nemen ruimschoots gelegenheid om de medina van Marrakech te verkennen waarbij Jos onze gids is. Er moeten ook nog wat souvenirs worden gescoord. ’s avonds gaan we uit eten en naar de cosy bar waar het eerste koude biertje op ons wacht.
7e dag – Vlugtrug
Terug naar huis met een onvergetelijke ervaring rijker.
Korte indrukken van deze reis:
- Enorm vriendelijke ‘berberse’ mensen ontmoet onderweg
- Een gevarieerde reis met elke dag andere indrukken
- Prachtige, sprookjesachtige vergezichten
- Goede ondersteuning door reisleider Jos Mertens en het Marokkaanse Team: Omar en Hussein
- De voorinformatie en klantgerichtheid van Maroc Travel is duidelijk en prettig: www.reisbureaumaroctravel.nl
- Fiets vervoeren tijdens vlucht gaat prima
- Er is buiten Marrakech geen alcohol/koud bier te krijgen
- Een Traxer (uit de vorige eeuw) voldoet uitstekend
Salem aleikum
Frans Kouwenberg