Blaren: prikken of niet?
Blaren: iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken, blaar-vrij blijven, lukt maar weinig mensen. Maar wat moet je doen, als je blaren hebt? Moet je ze lek prikken, of kun je ze beter dicht laten?
Blaren zijn met vocht gevuld blaasjes, die meestal ontstaan door wrijving. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je te ruime wandelschoenen draagt (waardoor je voet in je schoen gaat schuiven), of juist te krappe (waardoor je huid tegen de zijkant schuurt). En aangezien ze je wandelplezier soms flink kunnen vergallen, is blaren voorkomen beter dan genezen. Maar wat als dat niet lukt? Blaren kunnen soms behoorlijk opzwellen, waardoor je tijdens het lopen steeds meer last krijgt. Hierdoor kan het verleidelijk worden om je blaar open te prikken, zodat het vocht kan weglopen. Maar is dat nou zo handig? Wat moet je doen nou eigenlijk doen als je blaren hebt?
Geen nieuwtjes, vakantietips of winacties meer missen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, of volg ons op Facebook
Blaren kan je beter dicht laten
Volgens het Rode Kruis is het beter om een gesloten blaar dicht te laten zitten. Het natuurlijke ‘blaardak’ vormt namelijk een uitstekende bescherming tegen infecties. Als je de blaar openprikt kan er vuil in de wond terechtkomen, waardoor de wond eerder gaat ontsteken. Een dichte blaar droogt bovendien op den duur vanzelf in. Je kan een gesloten blaar daarom het beste ruim afdekken met een pleister. Zorg er hierbij wel voor dat de pleister niet gaat schuiven en voorkom plooien. Je kan hier een normale pleister voor gebruiken, maar er zijn ook speciale blarenpleisters te koop. Die hebben soms ook nog wat verzachtende olie, waardoor je minder last hebt van de blaar tijdens het lopen.
Open blaar? Schoon houden en afdekken
Soms kan het voorkomen dat je blaar tijdens het lopen al vanzelf is opengegaan, bijvoorbeeld door de wrijving. In dat geval kan je de wond het beste schoonmaken met water en vervolgens afdekken. Bij voorkeur gebruik je hiervoor een blarenpleister die vocht opneemt, maar niet in de wond blijft plakken.
Alleen doorprikken als het niet anders kan
Hoewel je blaren dus beter dicht kan laten, heb je soms geen andere keuze dan ze door te prikken. Bijvoorbeeld als je nog een flinke afstand voor de boeg hebt, tijdens een stevige huttentocht bijvoorbeeld. Met pijnlijke blaren op je voeten, is het immers lastig om te blijven wandelen. Als je krampachtig gaat lopen van de pijn, is een misstap snel gemaakt en pijn maakt ook eerder moe! Daarnaast is een blaar die open schuurt ook geen pretje, zeker niet als je nog ver moet lopen. Bij grote wandelevenementen zoals de Nijmeegse Vierdaagse worden op de EHBO-posten dan ook flink wat blaren doorgeprikt, zodat de deelnemers kunnen blijven doorlopen.
Let op de hygiëne
Als je zelf een blaar gaat doorprikken, dan is het belangrijk dat dit hygiënisch gebeurt, zodat er geen vuil in de wond komt. Was daarom eerst goed je handen en ontsmet de huid rondom je blaar (bijvoorbeeld met Betadine). Vervolgens prik je de blaar met een steriele naad door. Dit doe je zo dicht mogelijk bij de huid die nog gezond is. Dat is dus aan de zijkant van de blaar, niet in het midden! Vang het vocht op met een watje en druk je eventueel achterblijvend vocht eruit. Let erop dat je dat met schone handen doet, anders smeer je extra vuil in de wond. Ten slotte ontsmet je de huid nog een keer, waarna je de wond afdekt met een steriele pleister.
Let hierna op je sokken. Als het flink warm is, en je gaat flink zweten, is het verstandig om je sokken en de pleister op de blaar op tijd te vervangen. Controleer ’s avonds en ’s ochtends voor vertrek op de volgende etappe van je huttentocht, de wond nog even. Is de blaar nog heel, is de wond nog schoon?
Dit artikel schreven we samen met Wandelmagazine.
