De nationale parken van Oostenrijk

De natuurparken in Oostenrijk

Oostenrijk kent 6 nationale parken, die allen anders en bijzonder zijn: Nationaal park Neusiedler See, Hohe Tauern, Thayatal, Gesäuse, Kalkalpen en Donau-Auen.

Nationaal park oostenrijk

Nationaal park Neusiedler See

Dit nationale steppenpark, dat tot over de grens met Hongarije loopt, werd in 1993 geopend. Met zijn water- en rietvlaktes en zijn zouthoudende, periodiek droogvallende waterpoelen, vormt het een van de fascinerendste natuurgebieden van Europa. De rietgordel rond de Neusiedler See is, na de Donaudelta, het op een na grootste aaneengesloten met riet begroeide gebied van Europa.

Hier komt een grote verscheidenheid aan Oost- en West-Europese planten- en diersoorten in het nationale steppenpark bij elkaar. Hier kwaakt de balkanmeerkikker en zoekt de donaukamsalamander naar regenwormen en naaktslakken. Ook groeit hier de Oostenrijkse alsem naast de Hongaarse hokjespeul. Bovendien is de ‘Seewinkel’ een van de beroemdste en belangrijkste vogelparadijzen van Europa. Een eldorado voor vogelliefhebbers, maar ook voor fietsers, wandelaars en ruiters.

Nationaal Park Hohe Tauern

Nationaal park Hohe Tauern

Op de grens van Karinthië, Salzburg en Tirol ligt het grootste nationale park van Centraal-Europa. Met machtige bergtoppen zoals de Großglockner en de Großvenediger, uitgestrekte gletsjervlaktes en de indrukwekkende Krimmler watervallen is het park een echt wonder der natuur.

In het hart van het park kan je nog van de ongerepte natuur genieten, terwijl aan de rand van het park duurzame landbouw op de bergweides laat zien dat de mens wel degelijk respectvol met de natuur om kan gaan. 

Het park wordt ontsloten door talrijke wandelpaden, die je alleen of samen met speciaal opgeleide ‘nationalpark-rangers’ kunt ontdekken. Het net van wandelpaden is in totaal ongeveer 1200 km lang. Meer dan 80 schuilhutten en eetgelegenheden vormen basispunten voor de langere wandelingen en klimtochten.

De Hohe Tauern vormen de bakermat van het Alpinisme.  De 3251 meter hoge Ankogel was in 1761 de eerste gletsjeralpentop die beklommen werd. Tegenwoordig kunnen bergbeklimmers – liefst onder begeleiding van ervaren berg- en skigidsen – de bergen en de ijswereld via talloze routes beklimmen.

‘Nationalparkwelten Mittersill’

Bij slecht weer is een bezoek aan ‘de werelden van het nationale park’ in Mittersill een goed alternatief. Het in 2006 geopende natuurmuseum biedt een multimediale totaalbeleving. Alleen al de decoratieve weergave van natuurlijke beelden in de tentoonstellingsruimtes met titels als ‘Zomer op de alpenweide’ of ‘Op de bodem van de bergbeek’ maken een bezoekje meer dan de moeite waard.

Nationaal Park Thayatal Oostenrijk

Nationaal park Thayatal

Ten gevolge van het ‘IJzeren gordijn’ is dit dal aan de grens met Tsjechië vrijwel ongerept gebleven. Vanwege de ligging, maar ook door de ontoegankelijkheid, bleef een groot gedeelte van het nationale park Thayatal en het dal verschoond van bosbouwkundige ingrepen. Hier groeit bijna de helft van alle in Oostenrijk inheems voorkomende planten op een relatief klein oppervlak. In andere streken van Oostenrijk moet je vaak een grote afstand afleggen, om een ander type bos te zien. In het Thayatal is het vaak al genoeg, gewoon de bocht van de rivier te volgen, waarna de omgeving er weer heel anders uitziet.

Een aantal overwoekerde ruïnes en kastelen herinnert eraan, dat de tijden niet altijd zo vredig zijn geweest. Wat enkele jaren geleden nog ondenkbaar was, is nu heel gemakkelijk. Tijdens een wandeling of een fietstocht kan het gedeelte van het park over de grens bij Tsjechië verkend worden.

Nationaal park Gesäuse

Nationaal park Gesäuse

Het nationale park Gesäuse is het op twee na grootste en tegelijkertijd het jongste nationale park van Oostenrijk. Het park ligt tussen Admont, waar zich het beroemde benedictijnenklooster Stift Admont bevindt, en Hieflau, een oude mijnwerkersstad. De hoogteverschillen lopen van 490 meter op het laagste punt tot aan 2370 meter op de top van de Hochtor. Hier kun je in het wild 90 soorten broedende vogels, marmotten, gemzen, reeën en herten waarnemen en ongeveer 50 soorten orchideeën bewonderen.

Speciale ‘nationalpark-rangers’ delen op verschillende routes hun kennis over de natuur. Je kunt overnachten in hotels en pensions, op een biologische boerderij of in hutten in het nationale park zelf.

Nationaal Park Kalkalpen in Oostenrijk

Nationaal park Kalkalpen

Het grootste aaneengesloten bosgebied van Oostenrijk ligt in het nationale park Kalkalpen. Viervijfde van het oppervlak is begroeid met sparren, dennen en beuken, die hier op natuurlijke wijze groeien, oud worden en sterven. De afgestorven bomen vormen een belangrijke habitat voor kevers en spechten. Terwijl de volgende generatie bomen uit de vermolmde stammen groeien, zetten insecten en micro-organismen de resten om in vruchtbare humus. Deze kringloop van de natuur is duidelijk waar te nemen in het nationale park Kalkalpen. Ook de kloven, ravijnen, watervallen en meren zijn indrukwekkend.

Verken het nationale park met het hele gezin. De vele alpenweiden zijn zeer geschikt voor wandelingen. Of maak onder begeleiding van een houtvester een ontdekkingstocht om de hertenbronst te beleven.

De veeleisende wandelaar is op de Ebenforst-alm op de juiste plek. De boomloze hoogvlakten zijn een geschikt startpunt voor het beklimmen van de omliggende bergen. Echt avontuurlijk wordt het om in twee dagen de Hohe Nock in het Sengsengebergte (1953 meter) over te steken.

Wie meer wil weten over het nationale park, moet beslist een bezoek brengen aan het bezoekerscentrum ‘Ennstal’. Dit ligt tussen Reichraming en Großraming en is een ideaal startpunt voor allerlei activiteiten in het nationale park Kalkalpen.

Nationaal Park Donau-Auen

Nationaal park Donau-Auen

Op het allerlaatste moment gered voor het oprichten van een waterkrachtcentrale. De Donau-beemden tussen Wenen en Bratislava vormen een van de laatste bewaard gebleven rivierbeemd-landschappen van Centraal-Europa. 

Hier vormt de rivier het landschap. Het is de thuisbasis voor een groot aantal planten en dieren: meer dan 60 soorten vis, ijsvogels, zeearenden, bevers, moerasschildpadden, zeldzame orchideeën en allerlei soorten insecten. In de zomer is het daarom beslist aan te raden je tegen insecten te beschermen. Het gebied is 38 kilometer lang en 4 kilometer breed. Ervaar de natuur, die je niet alleen te voet, maar ook uitstekend op de fiets over de Donauradweg of met de boot kunt ontdekken. 

Bron: www.austria.info

Meer inspiratie

Ben je beniewd naar hoe je langer met je rugzak doet?

Beniewd waarom Innsbruck zo populair is onder de jongeren?

Opzoek naar de makkelijkste manier om door de bergen te reizen?

Lees hier hoe jij jouw veldfles goed schoon houdt