Pyreneeën
Na de Alpen zijn de Pyreneeën het bekendste gebergte van West-Europa. En ze liggen op de grens van Spanje en Frankrijk. Het gebergte strekt zich uit tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, en is ongeveer 430 kilometer lang en 60 tot 130 kilometer breed. In Spanje bestrijken de Pyreneeën vier Spaanse regio's: Aragón, Baskenland, Catalonië en Navarra.
Hoge toppen in de Pyreneeën
De Spaanse Pyreneeën zijn vrij droog en schaars begroeid. Het oostelijke deel bij de Middellandse Zee kent een mediterraan klimaat en kent dan ook mediterrane plantengroei met kurkeiken en macchia's. Het centrale en westelijke deel kennen meer loofbos. De bijna uitgestorven steenbok komt nog voor bij Ordesa. Ook zijn er in het gebergte wolven, bruine beren, alpenmarmotten, lammergieren, moeflons en de desman (een molachtige) te vinden.
De hoogste berg van de Pyreneeën is de Pic de Aneto (3404 meter). Bekend zijn ook de Pico Poseto (3371 meter) en de Monte Perdido (3355 meter). In de Spaanse Pyreneeën liggen diverse nationale parken, zoals Nationaal park Ordesa y Monte Perdido en Nationaal park Aigüestortes i Estany de Sant Maurici.
Wandelen in de Pyreneeën
Nationaal park Ordesa y Monte Perdido is 156 km2 en omvat de Añisclovallei en de Monte Perdido. Het park is in 1918 geopend. Er komen meer dan 1500 soorten bloemen, 171 vogels, 32 verschillende zoogdieren en 8 typen reptielen voor. Bijzonder is ook de populatie Lammergieren die in het park leeft. Deze vogel komt buiten Afrika alleen in de Pyreneeën voor.
Het nationaal park de Aigüestortes i Estany de Sant Maurici is vooral bekend door de vele bergmeertjes en bergriviertjes en is goed voorzien van wandelpaden. Je vindt er bergtoppen variërend in hoogte van 2750 tot 3050 meter. Het lange afstandswandelpad GR-11 loopt door het park, ook vind je er vele korte en langere wandelpaden. In en om het park zijn meer dan 10 berghutten.
Bezienswaardigheden in de Pyreneeën
De gemakkelijkste en oudste doorgangen door de Pyreneeën lopen langs de Atlantische- en Middellandse zeekust. Veel pelgrims hebben door de eeuwen heen de Pyreneeën overgestoken op weg naar Santiago de Compostella, waar het graf van de apostel Jacobus ligt.
De Pyreneeën zijn al lang door mensen bewoond, zoals gebleken is uit onder andere de gevonden schedel van 500.000 jaar oud in degrot Tautavel (Frankrijk). Het gebied herbergt talloze monumenten. Zoals de Romaanse kerken van de vallei van Boí, die zijn uitgeroepen tot werelderfgoed door UNESCO. Voorbeelden van die kerken zijn de Sant Climent en Santa Maria de Taüll en de Sant Joan de Boí.