Hoe wandel je over een steile helling?

Bij bergwandelen horen steile klimmetjes en hellingen. Maar een steil bergpaadje, kan soms tot nare glijpartijen leiden. Zeker als het een beetje glibberig is. Met een paar handige en makkelijke technieken wandel je veilig over die hellingen.

Stevig in je schoenen staan

Het begint natuurlijk allemaal al thuis. Zorg ervoor dat je stevige schoenen met een goed profiel hebt. En zorg ervoor dat ze goed zitten. Zeker bij het wandelen op hellingen is het van belang dat je niet schuift in je schoenen en dat je schoenen niet gaan knellen. Besteed daarom aandacht aan welke schoenen je koopt, laat je goed adviseren en pas je schoenen goed. En loop je schoenen natuurlijk van te voren goed in.

Doe rustig aan

De meeste ongelukken gebeuren door vermoeidheid. Als je moe bent, let je minder goed op waardoor je eerder een misstapje maakt of struikelt over een uitstekende steen. Bedenk bij het klimmen dat je -meestal- ook nog naar beneden moet en dat dalen ook energie kost. Laat je niet gek maken door de korte wandeltijden die soms op de wegwijzers staan, maar neem de tijd en kies je eigen tempo, zodat je de hele tocht lang genoeg energie hebt om op te blijven letten waar je je voeten neerzet.

Kleine stappen

Als je op een helling wandelt, kun je het beste kleine stappen nemen, zowel bij het klimmen als bij het dalen. Als je kleine stappen neemt, heb je minder spierkracht nodig en dus wordt je minder snel moe. Ook blijf je makkelijker in evenwicht als je kleine stappen zet. Denk maar aan traplopen: het kost meer kracht en moeite om je evenwicht te bewaren als je in twee treden tegelijk loopt dan wanneer je traptrede voor traptrede klimt of daalt. Zoek een stapritme dat voor jou fijn is en ga stapje voor stapje naar boven of beneden.

Hou je zwaartepunt boven je voeten

Als we op steile hellingen staan, zijn we snel geneigd naar de berghelling toe te leunen. Dat voelt veilig, want mócht je uitglijden, dan is de stevige helling letterlijk onder handbereik. Het wrange is alleen dat je door naar de berghelling te leunen vaak eerder uitglijdt. Doordat je scheef gaat staan, glijden je voeten eerder onder je vandaan, zeker op los grind. Zorg er daarom voor dat je je lichaamsgewicht recht boven je voeten houdt. Ga bij het klimmen dus niet naar voren leunen, en hang bij het dalen niet naar achteren. Sterker nog: bij dalen is het vaak een goed idee om een klein beetje voorover te buigen. Traverseer je een helling? Leun ook dan niet naar de helling toe, maar blijf rechtop lopen. Vaak is het zelfs beter om een beetje van de helling af te leunen. 

Buig je knieën

Zeker bij het dalen is het belangrijk om met lichtjes gebogen knieën te lopen. Als je daalt, moeten je knieën heel wat klappen opvangen. Door je knieën lichtjes te buigen vang je die klappen met je spieren op, en niet met het gewricht. Dat kost wel kracht en dus moeten je spieren wel goed getraind zijn. Om te voorkomen dat je je spieren overbelast, wordt het vaak aangeraden om op lange afdalingen een beetje van staptechniek te wisselen, zodat je meerdere spiergroepen afwisselend gebruikt.

Voeten op de grond

Nog een belangrijke: zet je voeten helemaal op de grond. Zeker bij het klimmen zie je nog wel eens dat mensen op hun tenen gaan lopen, terwijl er genoeg ruimte is om de hele voet op de grond te zetten. Als je de ruimte hebt om je voet volledig op de grond te zetten, doe dat dan ook. Op je tenen staan kost namelijk veel meer spierkracht – je wordt dus eerder moe- én je staat minder stabiel. Als je alleen je tenen op de grond zet, heeft het profiel van je schoenzolen veel minder grip op de grond. Je glijdt dus eerder weg. Als je je voeten volledig op de grond zet, heb je profijt van je hele schoenzool.

Wandelstokken kunnen helpen

Heb je nog steeds het gevoel dat je niet helemaal stabiel voelt op een steile helling? Dan kunnen wandelstokken vaak helpen. Dankzij wandelstokken heb je een paar extra steunpunt op de grond, waardoor je niet alleen maar op je eigen voeten hoeft te vertrouwen voor je evenwicht. Maar, het wandelen met wandelstokken vergt wél enige oefening. Je moet wel weten waar en hoe je ze neerzet.