Valle d'Aosta
Valle d'Aosta grenst in het westen aan Frankrijk, in het noorden aan Zwitserland (Valais/Wallis) en in het zuiden en oosten aan de Italiaanse regio Piemonte. De regio beslaat 3263 km² en de hoofdstad van de regio is Aosta.
De bergprovincie Valle d'Aosta ligt in de uiterste noordwesthoek van Italië. Op het relatief kleine oppervlak komen enorme tegenstellingen voor: waar het Aostadal overgaat in de Povlakte ligt de bodem slechts honderd meter boven zeeniveau; veertig kilometer verderop verheft de Mont Blanc zich tot bijna vijfduizend meter. Dat alles heeft grote consequenties voor de natuur, het klimaat en de mensen die er wonen.
In het noorden wordt Valle d'Aosta van het Zwitserse Wallis (de vallei van de Rhône) gescheiden door de Walliser Alpen. In het noordwesten wordt Valle d'Aosta begrensd door het massief van de Mont Blanc, waarachter in Frankrijk de vallei van Chamonix ligt. Aosta is met Chamonix verbonden door de Mont Blanctunnel, die de E25 onder de Mont Blanc door leidt.
Ten zuiden en zuidwesten van Valle d'Aosta liggen de Grajische Alpen. De zuidkant van Valle d'Aosta wordt gevormd door het massief van de Gran Paradiso. In het oosten grenst de regio aan de dalen Val Sesia en Val d'Ossola (in Piemonte).
Gran Paradiso
Het Nationaal Park Gran Paradiso, het eerste nationale park van Italië, ligt ten zuiden van de stad Aosta en niet ver van de Mont Blanc.
De hoogste top van het gebied is de gelijknamige 4061meter hoge Gran Paradiso. De berg is sterk vergletsjerd, de vier grote gletsjers zijn de Ghiacciaio del Gran Paradiso, Ghiacciaio di Moncorvè, Ghiacciaio di Noaschetta en de Ghiacciaio della Tribolazione. De Gran Paradiso is vanuit de Valdostaanse zijde bereikbaar via het Valsavarenche en het kleine Valnontey en vanuit Piemonte via het Valle di Ceresole.
Voor de bergsporter levert de diversiteit van de natuur ongekende mogelijkheden op. Zowel de wandelaar, de liefhebber van trektochten als de alpinist kan kiezen uit een groot aantal zeer gevarieerde tochten. Ook gezinnen met kinderen komen hier aan hun trekken. Naast de bekende, drukke centra als Courmayeur, Cervinia, Cogne en Gressoney zijn er ook vele, ongekend stille bergdalen waar je de bergen voor jezelf hebt. Die bergwereld, de zuidelijke sfeer en de gastvrijheid van de bewoners maken op iedere bezoeker een diepe indruk.
Er leven verschillende dieren, zoals alpensteenbokken en gemzen. Gran Paradiso was zelfs het laatste gebied waar de alpensteenbok in het wild voorkwam, totdat het dier weer in andere natuurgebieden in de Alpen werd uitgezet.
In 1922 werd het Nationaal Park Gran Paradiso opgericht waarmee het gebied rondom de berg beschermd werd.