Wat doe je met oude skiliften en andere rommel? Die kieper je gewoon in een gletsjerspleet. Nog niet zo lang geleden was dat heel gewoon. Gelukkig ruimt Compagnie du Mont Blanc nu oude misstappen op.
Blogs
Jarenlang heb ik klettersteigen gekwalificeerd als ‘spielerij’, om maar eens een goed Nederlands woord te gebruiken. Maar ondertussen ben ik al een paar jaar om. Dat heeft er mee te maken dat er in razend tempo uitdagende klettersteigs bijkomen in de Alpen en anderzijds dat het in een ‘verloren uurtje’ mogelijk is een klettersteig te klimmen.
Tijdens een bezoek aan de Rigi in 1878 opperde de Amerikaanse schrijver Mark Twain dat binnen twee jaar elke Zwitserse uitzichtsberg wel zijn eigen bergspoorbaan zou hebben en ver zat hij er niet naast.
Ken je die wandelkaarten met een focus op één route? Soms is zelfs de omgeving weggewerkt zodat de andere paden en omgeving je niet af kunnen leiden. Wat heb je aan zo’n kaart? Je hebt geen totaal overzicht. Eén keer een afslag te vroeg of een verkeerd pad en je kunt met een beetje pech flink verdwalen.
‘Het topje van de Mont Blanc ligt ergens in een museum’ beweert de Fransman naast mij in de skilift ‘iemand heeft het afgebroken en meegenomen’.
Vrijwilligerswerk zocht ik, en dan iets waar ik écht enthousiast van zou worden. Nou, dat heb ik geweten. Inmiddels zijn we bijna twee jaar verder, heb ik een leerzame opleiding achter de rug, een hele mooie reis begeleid en ben ik voorzitter van een enthousiaste club buitensporters. Ik heb de leukste vrijwilligersbaan van Nederland!
Wie zijn wij?
Aangekomen in Goeschenen parkeren we de auto bij het station. Met uitzicht op de Dammagletscher bij de Goescheneralp, de haarspeldbochten die je met de auto brengen naar Andermatt, het "grote" spoor waar de grote nationale en internationale treinen noord en zuid Zwitserland met elkaar verbinden, het kleine spoor waar de Matterhorn Gotthardbahn begint richting Andermatt.
In alle vroegte staan ze in de sneeuw achter het appartementencomplex in Val Cenis te blauwbekken van de kou. Aan mij de eer om de aanwezige studenten (17-20 jaar oud) te vertellen dat ze hun warme jas uit moeten doen om hun lawinepieper te kunnen bedienen. In de bijtende kou leg ik iedereen uit waar een lawinepieper voor dient en hoe we die gaan gebruiken.
Over een koeienpaadje wandel ik naar boven als de zon vanachter de bergkam verschijnt. De sneeuwschoenen heb ik op mijn rugzak gebonden, voor het geval dat. In de diepte liggen de roestbruine weiden stil verspreid tussen de dorpen. Klokkengelui kondigt de hoogmis aan in de dorpskerk. Na een klein uurtje besef ik dat ik mijn drinkfles vergeten ben. Hoe kan ik zo stom zijn!
31 Juli, een hete zomerdag in het dal met 35 graden op de thermometer. We snakken naar verkoeling, het liefst hoog in de bergen met water in de buurt.